Praktijkgebieden: Contracten
De Hoge Raad heeft in een arrest van 28 oktober jl. de bestaande lijn in de jurisprudentie over de mogelijkheid een duurovereenkomst op te zeggen bevestigd.
Hoe zat het ook al weer?
De hoofdregel is dat een duurovereenkomst in beginsel opzegbaar is, tenzij is voorzien in een speciale regeling in wet of de overeenkomst zelf. Op de hoofdregel bestaat uiteraard een uitzondering:
De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen in verband met de aard en in de inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is, indien een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging bestaat.Omstandigheden voor de noodzaak van het aandragen van een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging kunnen er bijvoorbeeld uit bestaan dat de andere partij in bijzon-dere mate in de bedrijfsvoering afhankelijk is van de voortzetting van de duurovereenkomst.
In deze recente zaak achtte de Hoge Raad het niet noodzakelijk dat de Gemeente De Ronde Venen een zwaarwegende grond aandroeg voor de opzegging van de duurover-eenkomst met energieleverancier Eneco.
De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen in verband met de aard en in de inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding.
In deze zaak vond de Hoge Raad een langere opzegtermijn of schadevergoeding niet nodig. Dit was wellicht anders geweest indien Eneco had aangevoerd dat bepaalde gedane investeringen nog moeten worden terugverdiend, of dat in de bedrijfsvoering geen rekening was gehouden met toekomstige (verleggings)kosten of anderszins tijd of kosten kwijt te zijn met de omschakeling naar de nieuwe situatie die door de opzegging ontstaat.
De conclusie is dus samengevat dat opzeggen van duurovereenkomsten mogelijk is, tenzij omstandigheden aan de zijde van de ene partij vergen dat er aan de zijde van de andere partij een zwaarwegende grond bestaat tot opzegging. En als opzegging mogelijk is, moet tevens worden bekeken of gelet op de omstandigheden een ruime opzegtermijn en/of betaling van schadevergoeding noodzakelijk zijn.
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied contracten.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.