Praktijkgebieden: Zorg
Hoe ziet de toekomst van het ziekenhuislandschap eruit? Welke ontwikkelingen spelen er op dit moment rond de medisch specialistische zorg en hoe ziet deze zorg er idealiter in 2020 uit? Op die vragen geeft de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg antwoord in het onlangs verschenen advies “Medisch-specialistische zorg in 20/20”.
De Raad signaleert twee grote uitdagingen:– een sterk stijgende zorgvraag en beperkte financiële ruimte;– een sterk toenemende druk op kwaliteit van zorg en transparantie.
Om deze uitdagingen te hoofd te bieden, wordt een andere ordening van medisch-specialistische zorg noodzakelijk geacht: zorg dichtbij als het kan en ver weg als het moet. Ziekenhuizen moeten keuzes maken in hun functieprofiel, en worden onderdeel van een zorgnetwerk waar ook altijd een universitair medisch centrum (UMC) of topklinisch ziekenhuis onderdeel van is.
Het eerder dit jaar gesloten Hoofdlijnenakkoord is een eerste stap; ook hierin zijn de gewenste structuurveranderingen tot uitdrukking gebracht. Decentralisatie van hoogvolume, laagcomplexe medisch-specialistische zorg die verantwoord in de eerste lijn kan worden aangeboden, met daartegenover concentratie van laagvolume, complexe zorg. Een ontwikkeling die – zo merken wij ook in onze praktijk – langzaam maar zeker steeds meer vorm begint te krijgen.
Bij het onderzoeken van de mogelijkheden van specialisatie, en daarmee samenhangende samenwerking met andere zorgaanbieders, komt op enig moment ook de vraag op tafel welke juridische vorm deze samenwerking zal krijgen. Hiervoor zijn verschillende varianten denkbaar; personele unie, juridische fusie, vennootschap onder firma, coöperatie of een besloten vennootschap. De rechtsvorm die voor de ene situatie passend is, is dat niet per definitie voor de volgende.
De gewenste zeggenschap van alle betrokken partijen kan op vele manieren worden verankerd. Wanneer daarover een principeakkoord bestaat, alsmede over het gewenste doel en ieders bijdrage daaraan, dan kan vervolgens in veel gevallen vrij eenvoudig op basis van alle omstandigheden worden vastgesteld in welke vorm de samenwerking dient te worden gegoten voor het meest optimale resultaat. Alle relevante onderwerpen, zoals governance, vastgoed, behandelcapaciteit, personeel, financiering en afrekening, kwaliteitssystemen, Mededingingswet, medezeggenschap en BTW, komen daarbij aan de orde.Wij denken graag met u mee.
Femke van Ooijen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied zorg.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.