Praktijkgebieden: Contracten
Werknemers hebben niet altijd een arbeidsovereenkomst met de vennootschap waarvoor ze werken, maar soms met een daaraan gelieerde vennootschap. Het doel daarvan is vaak om risico's te spreiden. Die constructie werkt echter niet in alle gevallen.
Een werknemer had een arbeidsovereenkomst met vennootschap A en was door A tewerkgesteld bij vennootschap B. B correspondeerde direct met de werknemer en gaf aan niet genoeg werk meer voorradig te hebben. B ontving zijn loon niet meer van A, waarna de drie partijen, vennootschap A, vennootschap B en de werknemer een mediationtraject startten. Er werd een mediationovereenkomst gesloten tussen A en de werknemer en één tussen B en de werknemer. A en B werden echter beide vertegenwoordigd door de bestuurder van B. Als resultaat van de mediation werd de arbeidsovereenkomst tussen A en de werknemer beëindigd en werd vastgesteld dat A nog achterstallig loon aan de werknemer moest betalen voor datum X. De afspraken werden vastgelegd in een onderhandse akte. Die akte werd ondertekend door de werknemer, door A vertegenwoordigd door haar eigen bestuurder die niet aanwezig was bij de mediation en door B, vertegenwoordigd daar haar bestuurder.
De werknemer kreeg het achterstallige loon echter niet betaald, omdat A failliet ging. De werknemer vorderde bij de Rechtbank Middelburg dat vennootschap B zijn achterstallige loon alsnog zou voldoen. De werknemer stelde zich op het standpunt dat hij met de bestuurder van B overeenstemming had bereikt dat vennootschap A zijn achterstallige loon zou betalen.
De rechtbank overwoog dat gegeven de verwevenheid tussen A en B en gelet op het feit dat bestuurder van B gemachtigd was om A ter gelegenheid van de mediation te vertegenwoordigen en namens A een finale regeling te treffen, het volstrekt ongeloofwaardig was dat de bestuurder niet op de hoogte was van de financiële situatie van A. Volgens de kantonrechter wist of behoorde de bestuurder te weten dat A niet in staat was de getroffen regeling na te komen. Vennootschap B had door het handelen van haar bestuurder onrechtmatig jegens de werknemer gehandeld. De werknemer kon vennootschap B derhalve terecht aanspreken tot betaling van het achterstallige loon.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied contracten.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.