Praktijkgebieden: Contracten
In een eerdere weblog beschreven wij al dat een aantal artikelen in onze wetgeving is gewijzigd om meer ruimte te bieden aan de mogelijkheden van het elektronisch verrichten van rechtshandelingen of het elektronisch sluiten van overeenkomsten.
Met betrekking tot het sluiten van elektronische overeenkomsten is artikel 6:227a BW ingevoerd. In lid 1 van dit artikel worden de eisen genoemd waaraan een overeenkomst die voorheen uitsluitend in schriftelijke vorm kon worden gesloten, moet voldoen indien deze langs elektronische weg tot stand komt.
Lid 1 van het artikel luidt als volgt:
‘1. Indien uit de wet voortvloeit dat een overeenkomst slechts in schriftelijke vorm geldig of onaantastbaar tot stand komt, is aan deze eis tevens voldaan indien de overeenkomst langs elektronische weg is totstandgekomen en:a. raadpleegbaar door partijen is;b. de authenticiteit van de overeenkomst in voldoende mate gewaarborgd is;c. het moment van de totstandkoming van de overeenkomst met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld;d. de identiteit van partijen met voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld.’
De tekst van deze bepaling doet vermoeden dat dit artikel uitsluitend geldt voor verbintenisscheppende overeenkomsten. De wetgever heeft in de wetgeschiedenis bij dit artikel echter de deur open gezet voor vele rechtshandelingen die onder de werking van dit artikel zouden kunnen vallen.
Verder lijken de gestelde eisen streng. Hierover heeft de wetgever echter nadrukkelijk gezegd dat er zo veel mogelijk gelijkstelling moet komen van het elektronisch verkeer met het schriftelijk verkeer, dus dat in die zin de soep niet zo heet moet worden gegeten.
Wordt vervolgd: de – ook juridische interessante – opmars van internet.
Sabine Hirdes is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied contracten.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.