Praktijkgebieden: Contracten
In onze juridische weblog heb ik reeds twee beperkte rechten besproken: het recht van opstal en het recht van erfpacht. Deze week zal ik het vruchtgebruik bespreken.
Stel, je hebt een partner en je wilt deze het genot van een goed verschaffen gedurende zijn of haar leven, maar je wilt niet dat de familie van je partner er – na zijn of haar overlijden – mee aan de haal gaat, of je wilt iemand inkomen toekennen onder achterhouding van het kapitaal, omdat je bang bent dat die persoon het kapitaal binnen de kortste keren er doorheen jaagt. In dergelijke gevallen kan de figuur van vruchtgebruik uitkomst bieden.
Het vruchtgebruik geeft het recht om goederen die aan een ander toebehoren, te gebruiken en daarvan de vruchten te genieten. Deze goederen kunnen onroerende of roerende zaken zijn.
Het vruchtgebruik kan ontstaan door vestiging of – in hoge uitzondering – door verjaring. Voor de vestiging van vruchtgebruik is vereist dat de degene die het goed in vruchtgebruik geeft, daartoe gerechtigd is. Het vruchtgebruik van een onroerende zaak wordt gevestigd door middel van het inschrijven van een akte in het kadaster.
Het vruchtgebruik kan niet voor langer worden gevestigd dan het leven van de vruchtgebruiker. Wel kan contractueel een korter vruchtgebruik worden overeengekomen. Ook ten behoeve van rechtspersonen kan vruchtgebruik worden gevestigd. Het vruchtgebruik van rechtspersonen eindigt 30 jaar na vestiging daarvan.
Het recht van de vruchtgebruiker bestaat eruit dat hij het recht heeft op de vruchten van het goed. Onder deze vruchten kunnen, naast de natuurlijke vruchten zoals appels, peren of kalveren, ook de huur van huizen, de rente van vorderingen of het dividend van aandelen worden verstaan.
De vruchtgebruiker mag de aan hem onderworpen goederen gebruiken of verbruiken, naar gelang hetgeen is geregeld bij de vestiging van het recht. Indien niets is geregeld bij de vestiging van het vruchtgebruik, dan zijn de aard van het goed en de plaatselijke gewoontes beslissend bij het bepalen hoe het goed gebruikt of verbruikt mag worden.Zo mag een in vruchtgebruik gegeven huis worden bewoond, een in vruchtgebruik gegeven auto worden gereden en in vruchtgebruik gegeven wijn worden geconsumeerd.
Naast de lusten heeft de vruchtgebruiker ook enkele lasten. Zo is hij verplicht bij de aanvang van zijn recht op eigen kosten een beschrijving van de goederen op te maken. Indien de eigenaar (hoofdgerechtigde) daarbij aanwezig is, mogen de stukken onderhands worden opgemaakt, bij afwezigheid van de hoofdgerechtigde moet er een notariële akte worden opgemaakt. De vruchtgebruiker moet gedurende de looptijd van het vruchtgebruik de hoofdgerechtigde melding doen van wijzigingen in het voorwerp van het recht. Tevens moet hij jaarlijks opgave doen van de goederen die niet meer aanwezig zijn, van goederen die daarvoor in de plaats zijn gekomen en van de voordelen die de goederen hebben opgeleverd.Echter, de hoofdverplichting van de vruchtgebruiker is ten aanzien van de goederen en het beheer daarover de zorg van een goed vruchtgebruiker in acht te nemen.
Schiet de vruchtgebruiker daarin tekort dan kan de rechtbank op vordering van de hoofdgerechtigde aan deze het beheer toekennen of het vruchtgebruik onder bewind stellen.
Het vruchtgebruik eindigt onder andere indien de vruchtgebruiker overlijdt of de tijd waarvoor het vruchtgebruik is gevestigd is verstreken. Ook kan het vruchtgebruik eindigen door het teniet gaan van het recht waaruit het vruchtgebruik is afgeleid. Zo eindigt het vruchtgebruik op een vordering bij de betaling van die vordering. Het vruchtgebruik komt dan wel vervolgens te rusten op de betaalde geldsom. De vruchtgebruiker is verplicht aan het einde van het vruchtgebruik de goederen ter beschikking te stellen aan de hoofdgerechtigde.
Tristan Vos is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied contracten.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.