Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Het moge bekende kost zijn: kartels zijn verboden, en als de NMa erachter komt kan dit bestraft worden met boetes.
Er staat niet voor niets “als de NMa erachter komt”. Want kenmerk van een kartel is nu juist de geheimhouding die de deelnemers elkaar opleggen. Bovendien ontbeert de NMa, net als welke autoriteit ook, de (man)kracht om overal onderzoeken uit te zetten. Daarom heeft de NMa – in navolging van Europese regelgeving – een clementieregeling ingevoerd.
Op grond van de clementieregeling kunnen deelnemers aan een kartel die de boel aan de NMa “verlinken” strafkorting krijgen. Dit kan vrij ver gaan: het bedrijf dat als eerste een kartel meldt bij de NMa, terwijl de NMa nog niets wist van dit kartel, kan een volledige immuniteit van boetes krijgen. Is de melder niet de eerste of had de NMa al enig idee van het kartel, dan zijn er boeteverminderingen tussen de 10% – 100 % mogelijk. Uiteraard alles onder de voorwaarde dat het meldende bedrijf ook in de verdere procedure zijn volledige medewerking aan de NMa verleent.
De huidige clementieregeling dateert van 2002. Nu de Mededingingswet echter gewijzigd zal worden, moet ook de clementieregeling aangepast worden. Zo wordt het onder de nieuwe wet mogelijk om ook de (feitelijke) bestuurders van een onderneming te beboeten voor hun betrokkenheid bij een kartel. Voor deze natuurlijke personen zal de clementieregeling eveneens gaan gelden. Verder bevat de nieuwe regeling spelregels voor de “clementierace”. Als de ene deelnemer er lucht van krijgt dat een andere deelnemer naar de NMa gaat, wil een wedloop ontstaan om zoveel mogelijk clementie te krijgen. De NMa heeft nu vastgelegd hoe zij de volgorde van binnenkomst, in relatie tot de verstrekte informatie, zal beoordelen.
De nieuwe richtsnoeren voor de clementieregeling zijn vooralsnog in een consultatiedocument gegoten. Tot 7 september 2007 kan eenieder zijn commentaar op het ontwerp bij de NMa indienen.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.