Praktijkgebieden: Contracten
Wij schreven al eerder over het stadionverbod dat de KNVB had opgelegd aan een groep supporters van Roda JC. De Voorzieningenrechter in Utrecht had dit stadionverbod geschorst. Het Hof Amsterdam heeft in haar arrest d.d. 2 november 2006 de schorsing van het stadionverbod bekrachtigd.
Ook het Hof plaatst het stadionverbod volledig in het civiele recht en de algemene voorwaarden van de KNVB. In die algemene voorwaarden staat dat de KNVB een stadionverbod mag opleggen als, kort gezegd, de betreffende persoon een strafbaar feit heeft begaan of anderszins zoch zodanig heeft gedragen dat het aanzien van het voetbal is geschaad. Volgens het Hof kan op voorhand niet worden aangenomen dat de suppoerters een strafbaar feit hebben begaan. Er zijn te weinig aanwijzigingen dat de betreffende individuen de gestelde feiten daadwerkelijk hebben begaan. Er was immers slechts een hanvol raddraaiers. Hetzelfde geldt dan ten aanzien van het gestelde “schaden van het aanzien van het voetbal”. De KNVB kan niet bewijzen dat één van de individuele supporters de handelingen heeft gepleegd die tot een dergelijke conclusie kunnen luiden. De KNVB bijt dus, wederom, in het stof.
Ondergetekende blijft zich echter afvragen of de uitspraken wel terecht zijn. De problemen die bestaan ten aanzien van het bewijzen van strafrechtelijke handelingen die binnen een groep zijn gepleegd, behoren niet door te werken in het civiele recht. Juist de groepsaansprakelijkeid zal in dergelijke gevallen uitkomst moeten kunnen bieden. Ook in verzekeringspolissen wordt tegenwoordig aansprakelijkheid uitgesloten voor groepshandelingen. Kort gezegd: “je was er bij, dus je bent er bij”. Feitelijk wordt dus nu de KNVB opgezadeld met dit vrijwel onoplosbare bewijsprobleem. Het wrange is nu, dat de KNVB dit bewijsprobleem juist heeft proberen uit te sluiten door de algemene voorwaarden op te stellen. Misschien moet de KNVB dan maar haar algemene voorwaarden zodanig aanpassen, dat een stadionverbod kan worden opgelegd aan iedere supporter die zich bevindt in een groep die problemen veroorzaakt.
Tot slot, blijft onduidelijk hoe het stadionverbod zich verhoudt tot het beginsel dat de KNVB en de voetbalstadions, net zoals disco's, in beginsel iedereen mogen toelaten die zij willen. Uiteraard mag niet op willekeurige gronden worden geweigerd (bijvoorbeeld vanwege huidskleur, ras of geslacht), maar in dit geval lijkt mij niet dat er sprake is van willekeur. Juist omdat de betreffende individuen deel uitmaakten van een groep “hooligans”, bestaat een gerechtvaardigde vrees voor ordeverstoringen. En je hoeft toch geen relschoppers toe te laten in je stadion ?
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied contracten.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.