Praktijkgebieden: Contracten
Vier tabaksproducenten, die samen ongeveer 90% van de totale omzet van de sigarenindustrie in Nederland voor hun rekening nemen, hebben een kort geding aangespannen tegen de Staat der Nederlanden.
De achtergrond van dit kort geding was de volgende. De tabaksproducenten maken voor de distributie en verkoop van hun producten o.a. gebruik van benzinestations. Daartoe hebben ze met eigenaren van ruim duizend benzinestations commerciële arrangementen gesloten, op grond waarvan – in ruil voor een financiële vergoeding – in tabaksverkooppunten blanco dispensers op de toonbank worden opgesteld, waarin 10 à 20 doosjes sigaren worden geplaatst. Eén van deze benzinestations heeft echter onlangs een boete opgelegd gekregen van € 4.500,-, omdat het daarmee het reclame- en sponsoringverbod van tabak, zoals opgenomen in de Tabakswet, zou hebben overtreden. Het benzinestation heeft bezwaar aangetekend tegen de boete.
Volgens de Staat der Nederlanden zou het uitstallen van sigaren op deze wijze niet voldoen aan de uitzondering op het reclameverbod, die inhoudt: 'de reguliere presentatie van te koop aangeboden tabaksproducten door middel van het tonen daarvan in een gesloten verpakking tegen een neutrale achtergrond en de normale prijsaanduiding daarvan in tabaksverkooppunten.' Met 'reguliere presentatie' zou volgens de Staat zijn gedoeld op de verkoop van tabaksproducten in normale schappen of rekken met normale prijsaanduidingen, en alles wat daarvan afwijkt zou verkoopbevorderend werken en op grond van de Tabakswet niet zijn toegestaan.Volgens de tabaksproducenten, daarentegen, wordt met 'reguliere presentatie' gedoeld op hetgeen qua presentatie gebruikelijk was in de afgelopen jaren.
In het kort geding hebben de tabaksproducenten de rechter verzocht om aan de Staat te verbieden ook andere benzinestations te beboeten, zolang niet op het bezwaar tegen de boete is beslist.De rechter in kort geding heeft overwogen dat inderdaad niet goed valt in te zien dat de wetgever onder reguliere presentatie alleen de presentatie in de normale schappen of rekken heeft bedoeld en níet hetgeen gebruikelijk was in de afgelopen jaren. Mede gezien de grote materiële belangen van de tabaksproducenten, acht de rechter het gewenst dat gewacht wordt met verdere beboetingen, totdat op het bezwaar tegen de huidige boete is beslist. In de tussentijd zullen de opsporingsambtenaren van het Ministerie van VWS dus niet mogen overgaan tot inspectie, onderzoek, vervolging en sanctionering van de benzinestations…
Cindy Waayers is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied contracten.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.