Praktijkgebieden: Contracten
Wat u zelf ook al dacht: als u een makelaar hebt ingeschakeld om een huis voor u te zoeken, en hij heeft een geschikt huis aangewezen, dan kunt u niet onder betaling van courtage uitkomen door tegen de makelaar te zeggen dat u hem niet meer nodig hebt, als u vervolgens zelf tot zaken komt met de verkoper van dat huis. Hoevéél courtage de makelaar dan krijgt, is echter nog de vraag.Volgens de NVM-voorwaarden is in zo'n geval zonder meer de volle courtage verschuldigd. Maar de wet schrijft tegenwoordig voor dat de makelaar “een redelijk deel” van de courtage krijgt als zijn opdracht tussentijds eindigt.
Onlangs heeft een makelaar tot de Hoge Raad doorgeprocedeerd om te laten vaststellen dat hij in zijn geval recht heeft op de volle 3.455 euro (7.614 gulden, oftewel 2% van de koopprijs + BTW zoals overeengekomen). De Kantonrechter had geconstateerd dat de makelaar de klant niet had vergezeld naar het bewuste huis, waarna de klant verder van zijn dienstverlening afzag. De Kantonrechter vond 1.000 gulden een redelijke beloning. In hoger beroep vond het Gerechtshof 3.807 gulden redelijker.
Maar de makelaar, wellicht gesteund door de Nederlandse Vereniging van Makelaars, nam ook daarmee geen genoegen. De wet zegt namelijk óók dat de volle courtage redelijkerwijs verschuldigd kan zijn als het eindigen van de opdracht aan de opdrachtgever is “toe te rekenen”. Het Gerechtshof vond dat dit laatste niet het geval was, omdat het de opdrachtgever vrij stond de opdracht in te trekken. Dit keurde de Hoge Raad in cassatie echter af, want “toerekenen” kan ook zonder verwijt.
Nu mogen de partijen bij een ander Gerechtshof verder procederen over de vraag of het “redelijk” is de makelaar te belonen alsof hij al zijn werk verricht heeft.Hoe blij deze partijen hiermee zijn, vermeldt de historie niet. Wel weten wij nu ten eerste, dat een consument niet zonder meer is overgeleverd aan de makelaarsvoorwaarden… en ten tweede dat het zeker niet altijd voordeel oplevert, een eenmaal ingeschakelde makelaar weer weg te sturen.
George Offerhaus is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied contracten.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.