Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht, Vennootschapsrecht
De Monitoring Commissie Corporate Governance heeft op 20 december 2022 de definitieve versie van de geactualiseerde Nederlandse Corporate Governance Code gepubliceerd. Belangrijke wijzigingen ten opzichte van de Corporate Governance Code van 2016 zien op verantwoordelijkheid voor duurzame lange termijn waardecreatie en het opstellen van beleid voor diversiteit en inclusie voor de gehele onderneming. Als onderdeel van Serie Corporate Governance gaan wij in deze bijdrage kort in op de meest in het oog springende wijzigingen.
De eerste Code, ook wel genaamd ‘Code Tabaksblatt’ naar de toenmalig voorzitter Morris Tabaksblatt, is op 9 december 2003 gepubliceerd. De Code gaat uit van principes. Deze kunnen worden opgevat als breed gedragen algemene opvattingen over goede corporate governance binnen vennootschappen. Deze principes zijn uitgewerkt in ‘best practice-bepalingen’. De Code is een instrument van zelfregulering, waarbij deze zich richt op het gedrag van bestuurders, commissarissen en aandeelhouders. Daarbij ziet de Code op de verhouding tussen de verschillende betrokken stakeholders.
Het uitgangspunt van de Code berust op de gedachte dat de vennootschap een lange termijn samenwerkingsverband is van diverse bij de vennootschap betrokken stakeholders. Onderwerpen die in de Code geregeld worden zijn gericht op: i) verantwoordelijkheden voor duurzame lange termijn waardecreatie, ii) beheersing van risico’s, iii) effectief bestuur en toezicht, iv) beloningen en, v) de relatie met (de algemene vergadering van) aandeelhouders.
De Code is van toepassing op beursgenoteerde vennootschappen met statutaire zetel in Nederland en grote vennootschappen met een balanstotaal van meer dan € 500 miljoen en welke aandelen verhandeld worden op een multinationale handelsfaciliteit.
De Code biedt beursgenoteerde vennootschappen een handvat voor de inrichting van hun governance aan de hand van best practices. Beursgenoteerde vennootschappen leggen verantwoording af over toepassing van de Code. Dit doen zij aan de hand van het ‘pas toe of leg uit-principe’. Gemotiveerd afwijken van de principes is dus mogelijk. Daarnaast is de Code voor veel andere (niet-beursgenoteerde) ondernemingen een handvat voor de inrichting van hun governance.
Vanaf 2023 moet in bestuursverslagen verantwoording worden afgelegd over de toepassing en naleving van de Code. Daarnaast zijn de volgende onderwerpen in de Code geactualiseerd:
Het bestuur van de vennootschap is gehouden een visie en strategie te ontwikkelen gericht op een duurzame lange termijn waardecreatie. De geactualiseerde Code verplicht het bestuur daarbij concrete doelstellingen te formuleren. Ook dient zij rekening te houden met effecten van het handelen van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming op mens en milieu. De in de Code opgestelde vereisten in dit kader zijn eveneens aangevuld.
Tot slot dient het bestuur dient tevens verslag te doen van de geformuleerde doelstellingen. De effecten van de onderneming op mens en milieu en op welke wijze belangen van stakeholders daarin zijn meegenomen dient zij in het bestuursverslag te verwerken.
De geactualiseerde Code gaat nadrukkelijk in op Diversiteit en Inclusie. Dit komt onder andere terug in de wijze van samenstelling van het bestuur, de raad van commissarissen en het executive committee. Deze organen dienen op zodanige wijze te zijn samengesteld dat er een passende mate van diversiteit op het gebied van deskundigheid, ervaring, overige persoonlijke kwaliteiten, geslacht of genderidentiteit, leeftijd, nationaliteit en (culturele) achtergrond. Daarnaast dient de vennootschap een beleid voor Diversiteit en Inclusie te hebben en dient de vennootschap aandacht te besteden aan de (sociale) cultuur binnen de onderneming. Tot slot zijn de verslaggevingsvereisten uitgebreid in de geactualiseerde Code.
De dialoog tussen aandeelhouders en de vennootschap wordt gestimuleerd. Het is daarbij aan de vennootschap dit dialoog te faciliteren. Aandeelhouders oefenen hun stemrecht geïnformeerd en naar eigen inzicht uit. Institutionele beleggers worden geacht de dialoog tussen stemadviseurs en de vennootschap te stimuleren. Ook dienen zij ten minste jaarlijks een algemene beschrijving te geven van hun betrokkenheidsbeleid. Dit omvat in ieder geval uitleg over het stemgedrag. De geactualiseerde Code duidt nader wat er als belangrijke stemmingen te gelden heeft.
Daarnaast is de regeling voor samenloop van de wettelijke bedenktijd uit boek 2 en de responstijd in de Code aangepast.
Tot slot is als principe aan de geactualiseerde Code toegevoegd dat aandeelhouders het belang van een strategie die gericht is op duurzame lange termijn waardecreatie dienen te onderkennen.
De geactualiseerde Code treedt in werking op 1 januari 2023. Vennootschappen waarop de Code van toepassing is dienen dan ook direct aan de (geactualiseerde) Code te voldoen.
Heeft u vragen over de wijze waarop u de corporate governance binnen uw vennootschap dient te realiseren? Neem dan gerust contact met ons op. Wij denken graag met u mee.
Tom Hemmes is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.