Praktijkgebieden: Omgevingsrecht, Ruimtelijke ordening
Eerder schreven wij dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet opnieuw werd uitgesteld tot 1 juli 2023. Het idee was dat de resultaten van de testen en het vervolgproces in de loop van de afgelopen en komende maanden zou worden besproken in beide Kamers en met andere betrokkenen. Op 20 december 2022 vond een vergadering plaats van de Eerste Kamer commissies IWO en EZK/LNV. In deze vergadering is beslist dat er – in tegenstelling tot de wens van minister De Jonge – nog geen datum voor plenaire behandeling voor het niet voor te hangen ontwerp-KB zal worden bepaald. Daarmee lijkt de inwerkingtreding op 1 juli 2023 wederom op losse schroeven te staan.
Naar aanleiding van de vergadering zijn korte aantekeningen gemaakt. Daaruit volgt dat de commissies besluiten het Adviescollege ICT-toetsing te vragen of het bereid is een nieuw advies te geven op een gelijksoortige vraagstelling over de werking van het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) als eerder gebruikt. Zoals wij eerder al aangaven is de DSO een heikel punt en de belemmering voor inwerkingtreding. Uit deze wens voor een nieuw advies zou afgeleid kunnen worden dat de Eerste Kamer zich nog steeds zorgen maakt over de DSO.
Verder stellen de commissies vast op dit moment geen behoefte te hebben aan een deskundigenbijeenkomst. Zij besluiten in plaats daarvan op 17 januari 2023 te inventariseren welke partijen benaderd zullen worden voor een position paper met hun standpunt inzake de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
En tot slot, zoals aangegeven, besluiten de commissies thans niet over te gaan tot het (onder voorbehoud) voorstellen van een datum voor de plenaire behandeling van het nieuw voor te hangen ontwerp-KB tot inwerkingtreding van de Omgevingswet. Dit onderwerp zal worden geagendeerd op 17 januari 2023.
Gelet op de terughoudendheid van de Eerste Kamer commissies lijkt het erg waarschijnlijk dat de datum van 1 juli 2023 niet gehaald gaat worden. Als eis is namelijk eerder een minimale voorbereidingstijd van zes maanden genoemd, wat dus niet gehaald zal worden bij inwerkingtreding op 1 juli 2023. Wellicht weten we op 17 januari 2023 meer; we houden u uiteraard op de hoogte van de ontwikkelingen.
Marjolein Zinkhann is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.