Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Ondernemingen met schulden (als gevolg van de coronacrisis of door een andere oorzaak) doen er goed aan de mogelijkheden te onderzoeken voor het saneren van die schulden. In de afgelopen jaren zijn die mogelijkheden daartoe toegenomen. Het aanbieden van herstructureringsakkoorden wordt bovendien door de overheid gestimuleerd. Een voorbeeld hiervan is het Time-Out-Arrangement (TOA), waarmee ondernemingen een krediet van € 100.000 kunnen aanvragen voor het terugbrengen van de schuldenlast. Voor het TOA heeft het kabinet € 200 miljoen vrijgemaakt. In deze blog bespreken we wat het TOA voor uw onderneming kan betekenen.
Per 1 april 2022 is er een einde gekomen aan veel van de steunmaatregelen. Ook is het niet meer mogelijk om (zonder meer) uitstel van betalingen aan te vragen bij de Belastingdienst en moeten ondernemers weer voldoen aan nieuwe belastingverplichtingen. De verwachting is dat de toename van verplichtingen op termijn zal leiden tot een golf aan faillissementen. Tot nu toe blijft die golf nog uit.
Voor ondernemers die daar niet op willen wachten, maar wel met een schuldenlast kampen, zijn er mogelijkheden. Die mogelijkheden beschreven wij in een eerdere blog. Onder meer geldt een ruimere betalingstermijn voor belastingschulden en zal de Belastingdienst per 1 augustus 2022 tijdelijk genoegen nemen met een lager percentage als een onderneming een saneringsakkoord aanbiedt. Een andere mogelijkheid, die met name aantrekkelijk is voor het mkb, betreft het TOA.
Het Time-out-arrangement (TOA) is een regeling die is ingevoerd om ingrijpende gevolgen van de coronacrisis voor ondernemers te beperken. De regeling is overigens niet beperkt tot ondernemingen die specifiek door de coronacrisis zijn geraakt, maar geldt ook voor ondernemingen die als gevolg van andere omstandigheden schulden hebben opgebouwd.
De overheid wil met het TOA faillissementen voorkomen, met name omdat faillissementen zorgen voor onbetaalde rekeningen bij andere bedrijven en ondernemers afschrikken (opnieuw) te gaan ondernemen.
Door de regeling kan een TOA-krediet worden aangevraagd. Het TOA-krediet kan worden ingezet bij het aanbieden van een WHOA-akkoord aan schuldeisers. De WHOA (Wet Homologatie Onderhands Akkoord, zie ook onze serie over de WHOA) biedt ondernemingen de mogelijkheid om binnen kort tijdsbestek door middel van een dwangakkoord de schuldenlast van een onderneming te verlichten en/of tijdig van overeenkomsten af te komen.
Door het aanbieden van een WHOA-akkoord kunnen ondernemingen de schulden die zij bijvoorbeeld in twee jaar van de coronapandemie hebben opgebouwd laten afnemen, waarna de onderneming weer met een gezonde en winstgevende bedrijfsvoering verder kan. Het is wel van belang dat de onderneming ‘levensvatbaar’ is, dus dat na de herstructurering de onderneming niet nog steeds verlieslatend is.
Het aanbieden van een WHOA-akkoord kan een dure aangelegenheid zijn. Er moeten veel werkzaamheden worden verricht om te inventariseren welke schulden de onderneming heeft en welk aanbod aan schuldeisers kan worden gedaan. Een onderneming kan zich in dat voortraject (waarbij het akkoord wordt ontworpen) laten bijstaan door een advocaat, accountant en/of fiscalist, wat zorgt voor de nodige kosten. Bovendien wordt er vaak een externe waarderingsdeskundige ingeschakeld die waarderingen van de onderneming maakt. Het indienen van een WHOA-verzoek bij de rechtbank dient door een advocaat te gebeuren. Ook hier zijn kosten aan verbonden. Bovendien dient griffierecht te worden betaald. In sommige gevallen zal een herstructureringsdeskundige of observator betrokken worden, waarvan de kosten door de onderneming worden gedragen. Ten slotte kan ook worden gedacht aan kosten voor een notaris.
Het TOA-krediet kan (tot een maximum van € 35.000) voor deze juridische en begeleidingskosten worden gebruikt. Het TOA-krediet bedraagt in totaal maximaal € 100.000. Het restant kan gebruikt worden voor werkkapitaal gedurende de periode dat het WHOA-traject wordt doorlopen. Het TOA-krediet is dus uitdrukkelijk niet bedoeld voor het financieren van het akkoord of herfinanciering van bestaande kredieten.
Een deel van het TOA-krediet kan als achtergestelde lening worden verstrekt. TOA-kredieten moeten worden afgelost binnen 6 jaar en kennen een rente van 2,5% voor het werkkapitaal en 5,25% voor het achtergesteld vermogen. Voor het TOA-krediet is de bestuurder hoofdelijk aansprakelijk. Het TOA-krediet is aan te vragen tot 31 mei 2024 bij Qredits.
Als uw onderneming winstgevend is maar kampt met een zware schuldenlast uit het verleden, kunt u daar met het aanbieden van een WHOA-akkoord van af komen. Voor de juridische en begeleidingskosten en het overbruggingskapitaal kunt u een lening met een lage rente aangaan. Als die lening lager is dan het deel van de schuld dat u kwijt raakt, zal uw onderneming als een gezondere onderneming verder kunnen. Het TOA is dus zeker niet gratis, maar wel een erg aantrekkelijke regeling voor ondernemingen met schulden.
Bij Wieringa Advocaten hebben we veel ervaring met saneringstrajecten en de WHOA en kunnen we u begeleiden bij het doorlopen van zo’n traject. Omdat we al meermaals met de WHOA-procedure hebben gewerkt, kunnen we u efficiënt en kostenbesparend bijstaan. Neem gerust vrijblijvend contact op met één van onze specialisten: Joost van der Grinten, Joram Verstoep en Joël Bouman. Wij zijn u graag van dienst!
Joël Bouman is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.