Praktijkgebieden: Omgevingsrecht
Inmiddels hebben wij al vele blogs geschreven over de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet en dat die datum telkens wordt uitgesteld. Onze laatste blog vermeldde nog dat de inwerkingtreding op 1 oktober 2022 of 1 januari 2023 zou plaatsvinden. Inmiddels is duidelijk dat ook 1 oktober 2022 niet wordt gehaald en dat 1 januari 2023 de streefdatum is.
Uit de brief van 10 maart 2022 van VNG en uit de Kamerbrief bij het ontwerp-Koninklijk Besluit wordt duidelijk waarom 1 oktober 2022 niet gehaald wordt.
Uit de brieven blijkt dat is gebleken dat op basis van de stand van zaken in de uitvoeringspraktijk, rapporten, de planning van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de gesprekken met de softwareleveranciers de datum van 1 januari 2023 voldoende tijd zou bieden voor bevoegde gezagen om een halfjaar te oefenen en in te regelen om het stelsel werkend te krijgen. Daarnaast zou 1 januari ook een logisch moment zijn in relatie tot de begrotingscyclus en de toewijzing van capaciteit.
Het grootste zorgenkindje voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet blijft toch wel het DSO. Ook nu blijkt weer dat er meer tijd nodig is om verder te werken aan de stabiliteit van het DSO zodat op basis van een stabiel en functionerend stelsel goed kan worden geoefend en de nieuwe manier van werken kan worden ingeregeld. Van belang is dat de dienstverlening aan burgers en bedrijven niet in het geding komt en dat gebiedsontwikkeling doorgang kan vinden, aldus de Minister. De komende tijd zullen de onderdelen die noodzakelijk zijn om goed te kunnen oefenen met het DSO worden verbeterd, daarvoor is een aangescherpte planning voor de rest van 2022 opgesteld.
Er is €150 miljoen gereserveerd vanuit het regeerakkoord om gemeenten te compenseren voor de kosten voor de invoering van de Omgevingswet. De komende maanden zullen gemeenten (en andere overheden) tijd en ruimte moeten reserveren voor het (verder) inregelen van het stelsel en het oefenen met het DSO, zodat de transitie naar de Omgevingswet soepel kan verlopen.
Het ontwerp-Koninklijk Besluit met de inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2023 is op 24 februari 2022 aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer. Als het parlement akkoord gaat, zal de Omgevingswet definitief op 1 januari 2023 in werking treden. Op dat moment zal ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen in werking treden, omdat deze wet is gekoppeld aan de Omgevingswet. In de brief behorende bij het ontwerp-Koninklijk Besluit is te lezen dat Minister De Jonge ernaar streeft om de het Koninklijk Besluit in april te publiceren, vanaf dan zal de inwerkingtreding per 1 januari 2023 definitief zijn.
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al zo vaak uitgesteld, dat het bijna niet meer is voor te stellen dat de Omgevingswet daadwerkelijk nog een keer in werking zal treden. De in deze blog besproken brief van de VNG en de brief bij het concept-Koninklijk Besluit van de Minister lijken echter vertrouwen te wekken dat het stelsel per 1 januari 2023 klaar is voor gebruik. De beide Kamers moeten het daar dan uiteraard wel mee eens zijn. Immers is reeds eerder een keer een ontwerp-Koninklijk Besluit aan de Kamers aangeboden die vervolgens door de Tweede Kamer als gevolg van de demissionaire status van het kabinet controversieel werd verklaard. Wij houden u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.
Nicky Loekemeijer is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.