Praktijkgebieden: Omgevingsrecht, Ruimtelijke ordening
In mijn vorige blog heb ik de aanvraag van de omgevingsvergunning onder de Omgevingswet behandeld. In dit blog zal ik de volgende fase bespreken: de behandeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning onder de Omgevingswet.
Na ontvangst van de vergunningaanvraag dient het bevoegd gezag een aantal handelingen uit toe voeren:
1. Bevestiging ontvangst van de vergunningaanvraag
In de Omgevingswet zijn aanvullende bepalingen opgenomen over de behandeling van een aanvraag van een omgevingsvergunning. Een voorbeeld daarvan is de verplichting voor het bevoegd gezag om een ontvangstbevestiging naar de aanvrager te versturen (artikel 16.54 lid 3 Omgevingswet). Hierin zal ook moeten worden opgenomen welke procedure van toepassing zal zijn, de beslistermijn en informatie over rechtsbescherming tegen het te nemen besluit (artikel 16.54 lid 4 Omgevingswet).
2. Publicatie van de vergunningaanvraag
Ongeacht welke procedure van toepassing is, geeft het bevoegd gezag onverwijld kennis van de aanvraag om een omgevingsvergunning op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze. De dag van de aanvraag dient daarbij te worden vermeld (artikel 16.57 Omgevingswet).
3. Controle op volledigheid van de vergunningaanvraag
Het bevoegd gezag zal vervolgens moeten toetsen of de aanvrager de juiste gegevens heeft aangeleverd. Indien de aanvraag niet compleet of correct is, dient het bevoegd gezag een verzoek om aanvulling te versturen (artikel 4:5 Awb). In dat geval wordt de beslistermijn opgeschort (artikel 4:15 Awb).
De reguliere procedure van titel 4.1 van de Awb zal de standaard procedure zijn voor de behandeling van een vergunningaanvraag. Het bevoegd gezag kan de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (de uitgebreide procedure uit afdeling 3.4 Awb) niet bij besluit van toepassing verklaren op de voorbereiding van een besluit (artikel 16.62 lid 3 Omgevingswet), tenzij het gaat om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit en:
Het bevoegd gezag dient wel voorafgaand aan het besluit tot het van toepassing verklaren van de uitgebreide procedure, de aanvrager in de gelegenheid te stellen zijn zienswijze daarover naar voren te brengen (artikel 16.65 lid 5 Omgevingswet).
De uitgebreide procedure zal verder slechts van toepassing zijn voor een beperkt aantal activiteiten. De gevallen waarin de uitgebreide procedure van toepassing zal zijn, zijn beschreven in artikel 10.24 van het Omgevingsbesluit. Het betreffen activiteiten waarbij belangrijke gevolgen voor het milieu kunnen optreden en/of waarvoor internationale richtlijnen gelden, zoals het exploiteren van een ippc-installatie of een Natura-2000 activiteit.
De van rechtswege positieve (fictieve) beschikking bij niet tijdig beslissen (de lex silencio positivo) zal onder de Omgevingswet komen te vervallen (artikel 16.64 derde lid Omgevingswet). Een overschrijding van de beslistermijn bij de reguliere procedure zal dus niet leiden tot een omgevingsvergunning van rechtswege.
Het in behandeling nemen van een vergunningaanvraag onder de Omgevingswet zal weinig verschillen van de huidige procedure. Immers zal de Awb naast de Omgevingswet blijven bestaan. Een groot verschil zal wel zijn dat de uitgebreide procedure slechts bij uitzondering van toepassing zal zijn en dat de lex silencio positivo in een reguliere procedure zal komen te vervallen.
Nicky Loekemeijer is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.