Praktijkgebieden: Energietransitie
Netbeheerders hebben de plicht om binnen 18 weken op verzoek van de aanvrager een aansluiting op het elektriciteitsnet te realiseren. Deze aansluitplicht in neergelegd in artikel 23 Elektriciteitswet 1998 (E-wet). De wetgever heeft de termijn van 18 weken bewust opgenomen vanwege de monopoliepositie van de netbeheerder en de daarbij behorende extra bescherming van de belangen van de aanvrager van de aansluiting, die zich daardoor in een zwakkere positie bevindt. Maar zijn er consequenties als deze termijn wordt overschreden?
Hoewel de belangen bij een aansluiting op het elektriciteitsnet zijn vaak groot zijn, overschrijdt de daadwerkelijk in acht genomen termijn door de netbeheerders nogal eens de 18 weken. Netbeheerders schrijven vaak al in offertes al dat -vanwege enorme drukte en een tekort aan personeel- de 18 weken termijn niet kan worden gehaald. In de jurisprudentie is al uitgemaakt dat op deze gronden niet kan worden afgeweken van de 18 weken termijn maar dat heeft feitelijk nog geen verandering teweeg gebracht.
Bijvoorbeeld projectontwikkelaars kunnen hierdoor in de problemen raken. Een oplevering van een project kan doorgaans niet zonder nutsaansluiting. Een te late oplevering leidt in vele gevallen tot een boete die verschuldigd is aan de koper van een project. Logischerwijs zou de projectontwikkelaar dan deze schade willen afwentelen op de netbeheerder, degene die haar verplichting niet nakomt.
Nog daargelaten dat hiervoor een procedure zal moeten worden gestart, of op zijn minst met de netbeheerder moet worden onderhandeld, heeft de rechtbank Rotterdam ook geoordeeld dat een dergelijke schadeplicht voor de netbeheerder in de algemene voorwaarden mag worden uitgesloten (ECLI:NL:RBROT:2020:438). Bij de geautomatiseerde aanvraag via mijnaansluiting.nl kan niet worden onderhandeld over de algemene voorwaarden en dus heeft de projectontwikkelaar geen keuze, akkoord gaan of helemaal geen aansluiting krijgen.
Nota bene: consumenten en kleine bedrijven kunnen zich mogelijk beroepen op artikel 6:237 aanhef en sub f BW (de ‘grijze lijst’). Op grond van dit artikel worden bedingen in algemene voorwaarden die de gebruiker of een derde geheel of ten dele bevrijden van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding, vermoed onredelijk bezwarend te zijn.
Als schadevergoeding via deze weg is uitgesloten kan het raadzaam zijn een kort geding te starten om alsnog zo snel mogelijk de aansluiting gerealiseerd te krijgen om de schade zo veel mogelijk te beperken (eventueel op straffe van verbeurte van een dwangsom). Het probleem daarmee is echter dat een kort geding vaak pas wordt gestart als de termijn al is verstreken en er zo alsnog een vertraging optreedt. Mosterd na de maaltijd dus.
Artikel 51 E-wet regelt de gang naar de ACM voor klachten over een netbeheerder. De ACM houdt toezicht op het handelen van de netbeheerders. Bij de overschrijding van de 18 weken termijn kan de ACM de netbeheerder een boete opleggen maar ook daarmee is de projectontwikkelaar nog niet geholpen nu hij zijn schade daarmee nog altijd niet vergoed heeft.
Kortom, de bedoeling van de wetgever, namelijk het beschermen van de aanvrager die afhankelijk is van een netbeheerder, sorteert met de in artikel 23 E-wet opgenomen termijn alleen nog niet het gewenste effect. Deze termijn is in de praktijk namelijk onvoldoende afdwingbaar. Hier ligt dus een schone taak voor de wetgever.
Renée van Exter is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied energietransitie.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.