Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Veel werkgevers worstelen met de vraag of een door hen verstrekte bedrijfsauto die ook in privé mag worden gebruikt, bij volledige arbeidsongeschiktheid mag worden ingenomen? Door rechters werd regelmatig geoordeeld dat indien partijen hier duidelijke afspraken over hadden gemaakt (bijvoorbeeld in de arbeidsovereenkomst of leaseregeling) werknemers bij de volledige arbeidsongeschiktheid de bedrijfsauto dienden in te leveren. Wel moesten werknemers worden gecompenseerd voor het gemis van het privégebruik van de bedrijfsauto. Het Gerechtshof Den Haag heeft in een recente uitspraak, zoals hieronder nader toegelicht, anders geoordeeld.
Relevant voor deze uitspraak is dat de werknemer bij ondertekening van de arbeidsovereenkomst akkoord was gegaan met de geldende arbeidsvoorwaarden zoals opgenomen in de Personeelsgids. In de Personeelsgids was een mobiliteitsregeling opgenomen waarin onder meer was bepaald dat een werknemer na zes maanden arbeidsongeschiktheid de bedrijfsauto diende in te leveren dan wel dat de mobiliteitsbijdrage werd stopgezet (ingeval van geen leaseauto).
Het gerechtshof heeft overwogen dat in de wet en in de wetsgeschiedenis geen aanwijzingen te vinden zijn dat het privégebruik van een bedrijfsauto valt onder het recht op loon bij ziekte. Werknemer heeft gedurende arbeidsongeschiktheid geen recht op andere loonvormen dan geld. Dit maakt volgens het gerechtshof dat werkgever en werknemer (rechtsgeldig) kunnen afspreken dat de bedrijfsauto na zes maanden arbeidsongeschiktheid moet worden ingeleverd, met als gevolg dat het privégebruik van de leaseauto ook op dat moment eindigt. Het gerechtshof voegt daaraan toe dat de werknemer daarna ook geen aanspraak heeft op een vergoeding voor het verlies van het privégebruik van de leaseauto.
Aangezien in de Personeelsgids van de werkgever was opgenomen dat de werknemer de bedrijfsauto na zes maanden diende in te leveren, was de werkgever dus geen vergoeding voor het verlies van het privégebruik verschuldigd. Indien een dergelijke bepaling niet in de Personeelsgids zou zijn opgenomen, was de uitkomst van deze uitspraak wellicht anders geweest. Mogelijk was de uitkomst ook anders geweest indien daarin zou zijn opgenomen dat de werknemer al bij een zeer korte periode van ziekte gehouden kan worden de bedrijfsauto in te leveren. Bij een griepje zal de rechter mogelijk oordelen dat de werknemer desondanks zijn auto gewoon moet kunnen blijven gebruiken.
Tot slot: gelet op deze uitspraak is het raadzaam om in bijvoorbeeld een arbeidsvoorwaardenreglement nadere afspraken te maken over de mogelijkheden om de bedrijfsauto bij arbeidsongeschiktheid in te leveren zonder compensatie. Heeft u voor het vastleggen van dergelijke afspraken behoefte aan advies? Of heeft u vragen naar aanleiding van deze uitspraak, dan kunt u contact opnemen met een van onze arbeidsrechtspecialisten.
Kiki Manse is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.