Praktijkgebieden: Energietransitie
Vanaf 1 januari 2021 moeten landelijk alle vergunningaanvragen voor nieuwbouw (zowel woningen als utiliteitsgebouwen) voldoen aan de de BENG-eisen (Bijna Energie Neutrale Gebouwen) uit artikel 5.2 Bouwbesluit 2012. De wijziging van dit artikel is een implementatie van de Europese Richtlijn voor Gebouwen (EPBD) en volgt ook uit het Energieakkoord voor duurzame groei. Hiermee wordt afgescheid genomen van de Energie Prestatie Coëfficiënt (de zogenoemde EPC-norm). Volgens deze norm moesten nieuw te bouwen gebouwen een EPC hebben lager dan 0,4.
Het grote verschil tussen ECP en BENG is dat bij de BENG-eisen drie afzonderlijk te behalen eisen zijn. Er gelden eisen voor:
Overheidsgebouwen moesten overigens al vanaf 31 december 2018 BENG zijn.
Artikel 6p van het Besluit Uitvoering Crisis- en Herstelwet maakte het mogelijk dat in onder andere Amsterdam een strengere EPC-norm van maximaal 0.2 (in plaats van 0,4) voor een te bouwen woning werd geëist. Aan dat experiment is met de inwerkingtreding van de BENG-eisen voor alle nieuwbouw een einde gekomen.
In de 22e tranche van de Crisis- en Herstelwet (die nog niet in werking is getreden) wordt wel beoogd om een soortgelijk experiment ook mogelijk te maken voor de BENG-eisen. Het ziet er niet naar uit dat Amsterdam ook dan een van de deelnemende gemeentes zal zijn. Op 3 november 2020 heeft de Tweede Kamer namelijk de motie van de leden Koerhuis en Terpstra aangenomen (Kamerstukken II 2020/21, 32813, nr. 595). Volgens de indieners leggen de strengere duurzaamheids eisen een rem op de nieuwbouw, terwijl de woningnood in Amsterdam hoog is. De regering heeft toegezegd deze motie uit te voeren en zal de gemeente Amsterdam uit de voortzetting van het experiment schrappen.
Amsterdam moet daarom vanaf 1 januari 2021 terugvallen op de landelijke BENG-eisen. Dit betekent wat betreft klimaatdoelen een stap terug. Want de nieuwe BENG-eisen zijn volgens de gemeente Amsterdam minder streng dan het oude ‘Amsterdamse experiment’. Amsterdam heeft al aangegeven graag weer ambitieuzere doelen te stellen, maar dat de grondslag daarvoor op dit moment ontbreekt. De gemeente is in afwachting van de nieuwe Omgevingswet, die regionale afwijkingen van de BENG-eisen weer toestaat. Zoals uit onze eerdere blog volgt is de Omgevingswet wederom uitgesteld tot 1 juli 2022. De gemeente Amsterdam zal dus nog even geduld moeten hebben.
Tot die tijd geldt in Amsterdam het volgende:
De gemeente Amsterdam moet dus wachten op de Omgevingswet voordat zij weer strengere BENG-eisen kunnen vaststellen. In de tussentijd heeft de gemeente Amsterdam aangegeven op zoek te zijn naar een oplossing.
Marcel Beekman is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied energietransitie.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.