Praktijkgebieden: Schaarse rechten
Zoals algemeen bekend heeft Nederland een kansspelbeleid waarbij voor het organiseren van het lottospel maar één vergunning verleend kan worden. Dit monopolie wordt al sinds mensenheugenis vastgehouden door het staatsbedrijf Nederlandse Loterij B.V.. Kortom, de overheid mag volgens haar eigen wetgeving maar één vergunning verstrekken en heeft deze aan haar eigen staatsbedrijf gegund. Over deze kwestie wordt al jarenlang geprocedeerd door verschillende marktpartijen met het doel om dit monopolie te doorbreken. Recent heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een drietal uitspraken uitgemaakt dat de Kansspelautoriteit vast mag houden aan het éénvergunningstelsel.
De kern van de juridische strijd richt zich op de discrepantie tussen de lotto en andere loterijen. Er is namelijk een wettelijk verschil gemaakt tussen het organiseren van een lotto en het organiseren van loterijen. Voor het organiseren van loterijen is er namelijk een uitzondering op het éénvergunningstelsel: indien de opbrengsten een algemeen belang dienen (lees: goede doelen) kunnen er meer vergunningen verstrekt worden. In het kader van het tegengaan van criminaliteit, gokverslaving te voorkomen en consumenten te beschermen meent onze overheid aan dit éénvergunningstel voor lotto's vast te kunnen houden.
Een grote internationale aanbieder van kansspelen, Betfair, meent dat de situatie zoals deze in Nederland was ingericht niet horizontaal consistent was en daarmee in strijd is met Europees Recht. Het beperkt immers het vrij verkeer van diensten, omdat geen andere aanbieders kunnen toetreden tot de markt. In een eerdere uitspraak van de Raad van State is bepaald dat de kansspelautoriteit onvoldoende had gemotiveerd waarom een dergelijk verschil toegestaan zou zijn.
Dit mocht Betfair niet baten. De kansspelautoreit bracht een nieuwe motivering naar voren waarop Betfair besloot om opnieuw een procedure te starten. In deze kwestie is dus recentelijk uitspraak gedaan door de Raad van State. De uitkomsten van die procedure zijn dat het beleid toch horizontaal consistent is en het systeem in stand kan blijven. Volgens de Afdeling heeft de kansspelautoriteit voldoende aangetoond dat er sprake is van horizontale consistentie: ondanks overeenkomsten tussen lotto’s en loterijen zijn er voldoende verschillen om het verschil in het vergunningstelsel te kunnen maken. Volgens de kansspelautoriteit speelt het kanaliseren van spelers naar legale aanbieders een dermate belangrijke rol, dat het toestaan van meerdere aanbieders risico’s met zich mee zou brengen in het kader van die kanalisatiefunctie. Dat risico ligt er in dat bij meerdere aanbieders geen van hen krachtig genoeg zou zijn om een zo grote prijzenpot te maken dat de kanalisatiefunctie kan worden waargemaakt. Ook zou de aard van de spelen en de mate van afdracht aan goede doelen verschillen, dat al met al gesproken kan worden van voldoende verschil tussen de spelen dat een verschil in vergunningenstelsel horizontaal consistent is.
De betrokken partijen hebben de mogelijkheid om de Europese rechter te vragen om zich over deze uitspraak te buigen.
Opvallend is dat per 1 april 2021 de nieuwe Wet Kansspelen op afstand in werking zal treden. Daarmee wordt de deur wagenwijd open gezet voor (buitenlandse) online aanbieders van kansspelen. Interessant is uiteraard in hoeverre de inperkingen van het Nederlandse kansspelbeleid (één vergunningstelsel voor lotto’s, maar ook voor casino’s) stand zal houden bij deze openstelling voor externe aanbieders. Op de online markt is immers de preventie van criminaliteit en gokverslaving (het beoogde doel van het monopolie) veel minder goed mogelijk.
Wieringa Advocaten is al jaren betrokken bij vraagstukken rondom schaarse rechten/vergunningen en treedt op voor verschillende partijen die aanlopen tegen van overheidswege opgelegde inperkingen. Wij volgen de actualiteiten nauwlettend en kunnen u altijd voorzien van advies op basis van de meest recente ontwikkelingen.
Franko Zivkovic – Laurenta is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied schaarste rechten.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.