Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Het coronavirus zorgt voor veel uitdagingen, ook in de verhouding tussen werkgever en werknemer. Zowel bij werkgevers als bij werknemers komen allerlei vragen op. Hieronder zullen wij aan aantal van deze vragen behandelen. Het betreft:
Vaccinatieplicht
Er is geen wettelijke grondslag op basis waarvan werkgevers werknemers kunnen verplichten om zich te laten vaccineren. Hoewel de werkgever wel verplicht is om zorg te dragen voor een veilige werkomgeving, kan hij de werknemers dus niet tot vaccineren verplichten. Wat als een werknemer weigert zich te laten vaccineren?
Indien het onaanvaardbare risico’s met zich brengt om een niet-gevaccineerde werknemer te laten werken, waarbij geen alternatieven mogelijk zijn (bijvoorbeeld extra beschermende kleding, structureel laten testen of thuiswerken), zou dat een reden kunnen zijn om daar arbeidsrechtelijke consequenties aan te verbinden.
Dragen van mondkapjes
De kantonrechter Midden-Nederland heeft geoordeeld in kort geding dat een mondkapjesplicht in beginsel binnen het wettelijk instructierecht van de werkgever valt, mits daarmee een voldoende legitiem doel wordt gediend. Indien een werknemer weigert een mondkapje te dragen, is de werkgever bevoegd om de betaling van het loon van de werknemer op te schorten en hem de toegang tot het werk te ontzeggen.
Beëindiging dienstverband wegens niet naleven instructies
De kantonrechter Rotterdam, heeft geoordeeld dat handelen in strijd met redelijke “coronavoorschriften” (in casu het niet in acht nemen van de 1,5 meter afstand) niet automatisch een ontslag op staande voet rechtvaardigt. Ook andere collega’s hielden zich namelijk niet aan de 1,5 meter. Daarnaast had de werknemer niets kwaads in de zin en was hij al 34 jaar voor het bedrijf werkzaam. De arbeidsovereenkomst werd wel ontbonden op basis van een verstoorde arbeidshouding (g-grond), mede omdat de werknemer al herhaaldelijk arbeidsvoorschriften van werkgever had geschonden (zoals na sluitingstijd nuttigen van alcohol).
In een andere uitspraak van de kantonrechter Rotterdam werd een manager bij de Burger King wel terecht op staande voet werd ontslagen. Hij had tegen duidelijke instructies van het management in een vestiging van Burger King toch geopend voor klanten. Daarmee had hij welbewust een gevaarlijke situatie gecreëerd voor zowel de werknemers als de gasten. De rechter oordeelde dat deze werknemer, ook vanwege zijn voorbeeldfunctie (manager), terecht op staande voet was ontslagen.
Thuiswerken Handreiking gepubliceerd
De overheid heeft een handreiking opgesteld, die werkgevers en werknemers helpt bij het maken van een keuze of een werknemer thuis of op locatie kan werken.
De handreiking bevat de volgende criteria om deels op een coronaproof locatie te werken:
In het geval werken op locatie noodzakelijk is dan moet de werklocatie voldoen aan de Arbo-verplichtingen. In artikel 3.2.a van het Arbeidsomstandighedenbesluit zijn tijdelijk aanvullende eisen gesteld in verband met de bestrijding van het coronavirus. De maatregelen waaraan de werkgever op grond van dit artikel in ieder geval moet voldoen zijn:
Overtreding van de nieuwe tijdelijke maatregel levert een ernstige overtreding op. Dat betekent dat de Inspectie SZW de bevoegdheid heeft om bij herhaalde overtreding zonder voorafgaande waarschuwing het werk direct stil te leggen. Ook kan de Inspectie SZW een bestuurlijke boete opleggen.
Mocht u naar aanleiding van deze blog vragen hebben of een zaak willen bespreken, neem dan contact op met één van onze arbeidsrechtspecialisten.
Kiki Manse is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.