Praktijkgebieden: Energietransitie
Voordat de aansluitplicht op het warmtenet landelijk werd ingevoerd in het Bouwbesluit 2012 kon een gemeente in haar bouwverordening zelf een plicht tot aansluiting op een warmtenet opleggen. Op grond daarvan moest in een gebied waar een warmtenet aanwezig was of was voorzien in een te bouwen bouwwerk, worden aangesloten op dat warmtenet.
Nu is in artikel 6.10 lid 3 Bouwbesluit 2012 opgenomen dat een aansluitplicht bestaat als het maximale aantal geplande aansluitingen volgens het warmteplan nog niet bereikt en als de aansluitafstand niet groter is dan 40 meter, of de aansluitkosten niet hoger zijn dan bij een aansluitafstand van 40 meter.
In deze nieuwe aansluitplicht is een warmteplan noodzakelijk om de aansluitplicht tot een warmtenet aan te nemen. Een warmteplan is een besluit van de gemeenteraad, dat kan worden opgesteld voor een aan te leggen warmtenet. Met dit plan heeft de gemeente de mogelijkheid om een aansluiting op dat warmtenet af te dwingen totdat het geplande aantal aansluitingen is bereikt. Een warmteplan bevat onder meer de mate van energiezuinigheid en het opwekkingsrendement van het aan te leggen distributienet. Het plan is geldig voor 10 jaar
Toch is het nog steeds mogelijk dat ook zonder warmteplan een aansluitplicht bestaat. Dit kan door middel van de (oude) bouwverordeningen. In het overgangsrecht van het Bouwbesluit 2012 is namelijk in artikel 9.2 lid 10 opgenomen dat indien een gemeente voorafgaand aan de inwerkingtreding van het Bouwbesluit op grond van de bouwverordening voor een gebied een aansluitplicht op het warmtenet geldt, deze aansluitplicht voor dat gebied nog steeds van toepassing is.
Hierdoor blijft hetgeen in de (oude) bouwverordening is bepaald van toepassing. Dit kan uiteraard tot onduidelijke wetgeving leiden. De verplichting tot aansluiting op een warmtenet kan dan als onverwachts worden ervaren. Sommige gemeentes zoals de gemeente Amsterdam hebben geprobeerd dit inzichtelijk te maken door de bepalingen uit de voorheen geldende bouwverordening als bijlage bij de huidige bouwverordening te voegen. Maar ook dat wordt niet altijd opgemerkt. Het blijft voor ontwikkelaars dus belangrijk om hier waakzaam op te zijn.
Marcel Beekman is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied energietransitie.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.