Praktijkgebieden: Bouwrecht
Sinds 10 december staat het “Wijzigingsbesluit minimale hoeveelheid hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie” open voor consultatie. Op grond van de in 2018 vastgestelde EU richtlijn “RED II” is iedere lidstaat verplicht om uiterlijk 30 juni 2021 deze richtlijn te implementeren in nationale regelgeving. De Nederlandse overheid is daarom nu bezig met het voorbereiden van de implementatie. Tot 10 januari aanstaande kunnen er reacties worden gegeven op de conceptregeling die onder andere een verplichting bevat voor een minimale hoeveelheid hernieuwbare energie bij ingrijpende renovaties.
De richtlijn bevat de verplichting voor lidstaten om een grote hoeveelheid hernieuwbare energie voor te schrijven bij nieuwbouw en ingrijpende renovatie. Voor nieuwbouw is dit inmiddels al goed verwerkt in onze nationale regelgeving (o.a. besluit BENG). Met de nu voorliggende wijzigingen zou ook aan de implementatieplicht voor ingrijpende renovaties worden voldaan. Nederland doet dit door o.a. een wijziging van het Bouwbesluit 2012 en de opvolger van Bouwbesluit in de Omgevingswet: het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
De nieuwe nationale regelgeving zal zorgen voor een lastentoename voor ontwikkelaars die ingrijpende renovaties willen verrichten. Investeringen in zonnepanelen en / of warmtepompen zullen de voornaamste investeringskosten zijn. Daartegenover staan uiteraard ook baten: een lagere energierekeningen en een verbetering van het milieu.
Wanneer is nu sprake van een ‘ingrijpende renovatie’? De EU laat de lidstaten vrij om een keuze te maken in de definitie hiervan. De eerste mogelijkheid is een methodiek waarbij uitgegaan wordt van 25% van de waarde van het gebouw, de tweede een methodiek waarbij wordt uitgegaan van 25% van de oppervlakte van de gebouwschil die wordt gerenoveerd. Nederland heeft voor de oppervlakte-methode gekozen. Bovendien geldt de verplichting voor een minimum hoeveel hernieuwbare energie alleen wanneer de verwarmings- of koelinstallaties onderdeel uitmaken van de ingrijpende verbouwing.
De specifieke regelgeving is verwerkt in het wijzigingsbesluit en bevat de details over de omvang van hernieuwbare energie en op welke wijze een ontwikkelaar dient te voldoen bij zijn renovatieplannen. Kortom, in de nabije toekomst zullen en strengere regels gelden voor renovaties om zo ook deze tak van de projectontwikkeling mee te laten participeren in duurzaamheidsambities.
Franko Zivkovic – Laurenta is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.