Praktijkgebieden: Bestuursrecht, Toezicht en handhaving
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bij uitspraak van 15 juli 2020 geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders van Den Helder terecht een last onder bestuursdwang heeft opgelegd vanwege de geelgroene kleur van een huis in Den Helder. Het beroep van de bewoonster tegen het besluit van het college is door de Afdeling ongegrond verklaard.
Overtreding Woningwet Bij besluit van 5 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Helder een last onder bestuursdwang opgelegd.
Volgens het college heeft de bewoonster van het pand de voor- en achterzijde van haar woning in Den Helder geverfd in een kleur die een welstandsexces oplevert, namelijk fel geelgroen: de geelgroene voor- en achtergevel van de woning zou te fel zijn en te veel afwijken van de andere woningen in de wijk. Met dit welstandsexces handelt de bewoonster volgens het college in strijd met artikel 12 lid 1 Woningwet, waarin is bepaald dat het uiterlijk van een bestaand bouwwerk niet in ernstige mate in strijd mag zijn met redelijke eisen van welstand. Deze redelijke eisen van welstand zijn in Den Helder uitgewerkt in de excessenregeling van de welstandsnota, waarin is bepaald:
‘Bij het toepassen van deze excessenregeling wordt het criterium gehanteerd dat bij een bouwwerk of deel daarvan sprake moet zijn van onmiskenbare strijdigheid met de in deze nota opgenomen criteria, en/of een buitensporigheid in het uiterlijk die ook voor niet-deskundigen duidelijk is en die afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van een gebied.’
Verder staat in de welstandsnota dat een exces vaak, onder andere, betrekking heeft op toepassing van felle of contrasterende kleuren op gevels die zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte of een te grove inbreuk vormt op wat in de omgeving gebruikelijk is.
In de last onder bestuursdwang is de bewoonster gelast de voor- en achtergevel van de woning in een andere kleur dan de fel geelgroene kleur te (laten) verven, zodat het welstandsexces wordt opgeheven. De nieuwe kleur mag niet in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand.
Welstandsexces? Bij de beoordeling of in dit geval sprake is van een welstandsexces heeft het college zich laten adviseren door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. De Afdeling overweegt dat het in dit geval niet gaat om de vraag of de kleur van de voor- en achtergevel van de woning van de bewoonster mooi of vrolijk is. Dit is immers subjectief. De Afdeling beoordeelt slechts of de rechtbank in eerste aanleg terecht heeft geoordeeld dat het college zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat de kleur van de voor- en achtergevel in ernstige mate niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. Daarbij is van belang of het college zich in dit geval op de adviezen van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit mocht baseren en of de welstandsnota juist is toegepast.
Volgens vaste rechtspraak mag het college ex artikel 3:2 Algemene wet bestuursrecht op het advies van een deskundige afgaan, nadat het college is nagegaan of dit advies op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, de redenering daarin begrijpelijk is en de getrokken conclusies daarop aansluiten. De Afdeling overweegt dat niet is gebleken dat in de welstandsadviezen van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit een onjuiste toepassing is gegeven aan de in de welstandsnota neergelegde criteria.
De Afdeling oordeelt dat het college de last onder bestuursdwang mocht opleggen, omdat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de kleur van de voor- en achtergevel een welstandsexces is. Uit de welstandsnota volgt dat gekleurde gevels weliswaar karakteriserend zijn voor de wijk, maar dat dit alleen geldt voor licht gekleurde gevels en niet voor felle of sterk contrasterende op de gevels aangebrachte kleuren. Het college heeft, onder verwijzing naar de adviezen van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, voldoende gemotiveerd dat de door de bewoonster op de voor- en achtergevel van haar woning aangebrachte geelgroene kleur een felle of sterk contrasterende kleur is die door de intensiteit daarvan afbreuk doet aan de harmonie in de wijk. Het beroep tegen de last onder bestuursdwang wordt door de Afdeling dan ook ongegrond verklaard.
En nu? Op grond van de last onder bestuursdwang is de bewoonster verplicht om het huis in een andere kleur te verven. De bewoonster kan een nieuwe kleur ter goedkeuring voorleggen aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van Den Helder. Volgens de Afdeling behoudt de bewoonster hiermee enige mate van keuzevrijheid. Als de woning in deze goedgekeurde kleur is geverfd, mag de bewoonster er vervolgens op vertrouwen dat zij aan de eis van het college heeft voldaan. De last onder bestuursdwang zal in dat geval niet ten uitvoer worden gelegd: de overtreding is hersteld.
Roos de Grave is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied toezicht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.