Praktijkgebieden: Toezicht en handhaving
Afgelopen weekend vond er op een steenworp afstand van ons kantoor een groot protest op de Dam plaats. Duizenden demonstranten verzamelden zich om zich uit te spreken tegen racisme en politiegeweld, waarbij de coronaregels zijn overtreden. Terwijl de creatieve sector een motie van vertrouwen in Halsema uit, menen haar politiek tegenstanders dat een motie van wantrouwen onvermijdelijk is. Aan meningen over dit voorval geen gebrek, maar hoe verhoudt het handelen van de burgemeester zich tot de Nederlandse wet- en regelgeving?
Grondrechten
“Ondernemers werken knetterhard om hun ondernemingen ‘coronaproof’ te krijgen, sportscholen mogen nog niet open maar met duizenden mensen op de Dam staan is geen probleem?” De maatschappelijke frustratie bij het beeld van 5.000 mensen (of meer) op de Dam is begrijpelijk.
Dit neemt niet weg dat het demonstratierecht een grondrecht is (vrijheid van meningsuiting en recht op vereniging en vergadering) dat als geen ander grondrecht gebonden is aan tijd (timing) en plaats. Grondrechten mogen eigenlijk niet worden beperkt. Ook niet als ze in strijd komen met een andere (grond)rechten. Van der Laan bestempelde het demonstratierecht enkele jaren geleden nog als bijkans heilig. Hij citeerde daarbij steevast Spinoza: ‘Het doel van de staat is vrijheid.’ Ook onwelgevallige boodschappen moeten gehoord kunnen worden in de publieke ruimte. ‘Zo veel mogelijk vrijheid, met zo weinig mogelijk voorschriften, maar toch een veilige afloop’, luidde Van der Laans praktische vertaling voor ambtenaren en toezichthouders. Ook volgens Halsema ‘moet de vrijheid om je te uiten in principe onbeperkt zijn en is alleen in uitzonderlijke gevallen ingrijpen proportioneel.’
Halsema stond afgelopen zondag dan ook voor het dilemma of zij, vanwege de in de noodverordeningen neergelegde coronaregels, de demonstratie tegen politiegeweld moest ontbinden. Het grondrecht van volksgezondheid botsend met het grondrecht op demonstratie, met een gebrek aan direct inzetbaar politiepersoneel vermoedelijk als bijkomend praktisch probleem.
Noodverordening
Juridisch spelen hier twee interessante kwesties. De eerste is dat de coronaregels zijn vastgelegd in noodverordeningen. Halsema – niet de Nederlandse regering – is als hoofd van de veiligheidsregio Amsterdam ontwerper en handhaver van de regels.
Daardoor weet Halsema dat zij met de coronaregels, beter gezegd de noodverordening als grondslag, geen inbreuk mag maken op grondrechten. De noodverordeningsbevoegdheid verbiedt dit zelfs expliciet. Grondrechten mogen louter beperkt worden via een zorgvuldig proces omgeven door debat en rechtsbescherming. De coronaregels boden de burgemeester dan ook geen bevoegdheid om de demonstratie te beëindigen, integendeel.
Grondwet
Artikel 9 lid 2 van de Grondwet en de Nederlandse demonstratiewet – de Wet openbare manifestaties – bieden de burgemeester echter wel de bevoegdheid om een demonstratie te beperken en in een uiterst geval zelfs te verbieden. Artikel 9 van de Grondwet luidt: ‘Het recht tot vergadering en betoging wordt erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet (lid 1). De wet kan regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden (lid 2).
Demonstratie beëindigen
Tegen deze achtergrond valt er wellicht iets voor te zeggen dat Halsema niet heeft besloten de demonstratie te ontbinden. In haar wettelijk verplichte zoektocht naar een evenwichtige balans tussen enerzijds het fundamentele recht om te demonstreren en anderzijds de rechten en vrijheden van anderen, zal zijn meegewogen dat het demonstratierecht ‘bijkans heilig’ is, de coronamaatregelen momenteel worden verlicht, we weer een terrasje mogen pakken en op reis mogen, het aantal mensen op de IC’s laag is, het protest in de open lucht plaatsvond en de protestanten relatief jong waren en sommigen mond- neuskapjes droegen.
Dit tegen de achtergrond dat iedereen zich er nu zeer bewust van is dat het virus rondwaart, jongeren minder kwetsbaar zijn voor het virus en kwetsbaren de mogelijkheid hebben zichzelf te isoleren. Deze eigen verantwoordelijkheid raakt aan de kern van onze democratie, waarin de vrijheid van het individu prevaleert. Bovendien, als het nog maanden duurt voordat groepsvorming weer wordt toegestaan (een vaccin laat nog een jaar op zich wachten en ook groepsimmuniteit bereiken we de komende maanden niet), zou al die tijd dan het grondrecht op demonstratie in groepsvorm verboden blijven?
Onvoorbereid
Dit laatste kan voorkomen worden door vooraf een betere balans op te maken. Zo kon afgelopen weekend een zorgvuldige afweging worden gemaakt bij welk aantal bezoekers op de Dam de volksgezondheid dermate in het gedrang zou komen, dat de demonstratie ontbonden zou moeten worden (al biedt dit ook geen garantie op succes). De Dam had op een gegeven moment kunnen worden afgesloten, waarbij de mensen over de stad verspreid hadden kunnen worden. Nu was er niet gerekend op een grote opkomst, was er geen alternatief bij een grote opkomst en is er niets gedaan met signalen van politieagenten aan hun leiding dat het in de loop van de middag steeds drukker werd. Daarbij is de opmerking van Halsema dat zij een verkeerde informatiepositie had overigens een miskenning van haar eigen verantwoordelijkheid.
Bovendien heeft de burgemeester zich versproken door aan te geven dat het protest te belangrijk was. Een mooie gedachte, maar dat is niet de afweging die zij als bestuurder moet maken. Zij hoort neutraal te zijn. Onderwerp maakt niet uit; de burgemeester moet alleen beoordelen of en onder welke voorwaarden gedemonstreerd kan worden. Hij of zij mag een mening hebben, maar deze mag bij een dergelijke beoordeling geen rol spelen.
Inmiddels heeft de burgemeester maar besloten voorlopig helemaal geen demonstraties op de Dam toe te staan. Dit vanwege ‘het risico op spontane, ongewenste en ongeorganiseerde aanwas en vermenging van mensen aldaar, waardoor de noodzakelijke en verplichte anderhalve meter niet ten alle tijden kan worden nageleefd’. Gedurende coronatijd zullen demonstraties naar het museumplein worden verwezen, waar er meer ruimte is.
Eigen verantwoordelijkheid
De vraag kan worden gesteld of het Halsema is die afgelopen zondag een potentieel gevaar voor de volksgezondheid heeft gecreëerd. Wellicht zijn het eerder degenen die ervoor hebben gekozen om met duizenden anderen op de Dam te gaan staan, inmiddels goed wetende welke risico’s dit met zich brengt. Maar die vrijheid hadden zij, als individuen in een volwassen democratie. Zoals zij nu ook de vrijheid hebben om er vrijwillig voor te kiezen om twee weken binnen te blijven.
Björn Mulder is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied toezicht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.