Praktijkgebieden: Vastgoed
Bij haar Besluit Woningbouwimpuls 2020 van 11 mei 2020 heeft minister Ollongren bijna 1 miljard euro vrijgemaakt om een impuls te geven aan de versnelde bouw van betaalbare woningen. Het is de bedoeling dat het besluit in werking zal treden op 18 juli aanstaande. Gemeenten kunnen op basis van deze nieuwe regeling een aanvraag doen voor een uitkering ter bevordering van de bouw van deze specifieke woningen. In de Regeling Woningimpuls 2020 is een en ander nader uitgewerkt.
Het doel van de Woningimpuls is het geven van een boost aan de langjarige bouwproductie in heel Nederland, met name in de schaarsteregio’s. De nadruk ligt daarbij op het bouwen van betaalbare woningen, welke in het besluit worden gedefinieerd als:
1. een sociale huurwoning met een aanvangshuurprijs gelegen onder de liberalisatiegrens;
2. een huurwoning voor middenhuur (dat wil zeggen, met een huurprijs onder de € 1.000,- per maand) en
3. een koopwoning met een maximale kostprijs van ten hoogste de kostengrens voor woningen zonder energiebesparende voorzieningen vallende onder de Nationale Hypotheek Garantie.
De uitkering kan worden gedaan op verzoek van een gemeente. Deze zal een beoordeling krijgen van een toetsingscommissie welke door de minister is ingesteld. Artikel 2 van het Besluit Woningbouwimpuls 2020 geeft aan voor welke situaties een uitkering kan worden verstrekt. Het moet in de eerste plaats gaan om de hierboven beschreven betaalbare woningen. Deze mag nog niet in de uitvoerende fase zijn en dient binnen afzienbare tijd (binnen 3 jaar) te worden opgestart. De uitkering wordt toegekend ten behoeve van: infrastructurele ontsluiting; verlaging stikstofdepositie; bodemsanering; uitplaatsing hinderveroorzakende activiteiten; inrichting openbare ruimte en het dekken van kosten om betaalbaarheid te realiseren.
De aangevraagde uitkering bedraagt ten hoogste het aantoonbare financiële tekort van een gemeente op de voor het project noodzakelijke publieke investeringen. Daarbij moeten ook andere betrokken partijen wel een substantiële bijdrage leveren (tenminste 50%). Het project moet tenminste 500 woningen betreffen, waarvan ten minste 50% betaalbaar is.
Gemeenten dienen een aanvraag in om op basis van het bovenstaande in aanmerking te komen. Om te voorkomen dat er een ‘wie als eerst komt, die het eerst maalt’ ontstaat, is besloten de financiële impuls in verschillende tijdvakken open te stellen. Voor 2020 is het eerste tijdvak is er een periode opengesteld van 1 t/m 15 juli en heeft een omvang van € 347,5 miljoen euro. Toekomstige tijdvakken zullen steeds 6 weken van tevoren worden aangekondigd.
De hoop is dat gemeenten nuttig gebruik zullen maken van deze regeling en onrendabele projecten weer van de plank trekken om deze alsnog te realiseren. Met een historisch hoog woningtekort is een dergelijke impuls een mooi stimuleringsmiddel.
Franko Zivkovic – Laurenta is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vastgoed.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.