icon

Servicekosten in vrije sector-huur: oordeel van de Hoge Raad

Jarenlang was het vaste jurisprudentie dat een overeengekomen bedrag voor servicekosten redelijk moest zijn, in die zin dat het in redelijke verhouding moest staan tot de waarde waarvoor de servicekosten werden betaald. Het Gerechtshof Amsterdam heeft echter op 30 oktober 2018 een opmerkelijk arrest gewezen waarin het tot de conclusie kwam dat de betalingsverplichting van de huurder het bedrag beloopt dat tussen huurder en verhuurder is overeengekomen, de contractsvrijheid stond volgens het Hof voorop. Volgens het Hof hoeft tussen de in de huurovereenkomst overeengekomen servicekosten en de werkelijke kosten geen relatie te bestaan. Over de wisselende rechtspraak met betrekking tot dit onderwerp schreef ik eerder al een blog.

Arrest Hoge Raad
De Hoge Raad heeft in het arrest van 24 april 2020 korte metten gemaakt met het arrest van het Hof. De Hoge Raad oordeelt dat de uitleg van artikel 7:259 lid 1 BW, die de contractsvrijheid bij het sluiten van de huurovereenkomst voorop stelt in die zin dat de betalingsplicht van de huurder voor kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter en de servicekosten het bedrag beloopt dat hiervoor bij het sluiten van de huurovereenkomst is overeengekomen, niet juist is.

Artikel 7:259 lid 1 BW, eerste zinsnede luidt:

“De betalingsverplichting van de huurder met betrekking tot kosten voor de nutsvoorzieningen met een individuele meter en de servicekosten beloopt het bedrag dat door de huurder en verhuurder is overeengekomen..”

De Hoge Raad oordeelt dat deze zinsnede moet worden begrepen als dat deze verwijst naar overeenstemming tussen de huurder en de verhuurder naar aanleiding van de jaarlijks (lid 2 van artikel 7:259 BW) of na beëindiging van de huurovereenkomst (lid 3 van artikel 7:259 BW) door de verhuurder te verstrekken specificatie van de kosten voor de nutsvoorzieningen met een individuele meter en de servicekosten.

De uitleg van het Hof zou bovendien ertoe leiden dat de in artikel 7:259 leden 2 en 3 BW opgenomen verplichting van de verhuurder om een specificatie van die kosten te verstrekken, zinledig zou zijn bij huur van geliberaliseerde woonruimte. Ook zou die uitleg afbreuk doen aan de verwezenlijking van de aan de huurder in artikel 7:249 BW en artikel 7:259 BW geboden wettelijke bescherming.

De Hoge Raad voegt er nog aan toe dat een redelijke uitleg van artikel 7:259 lid 1 BW meebrengt dat de rechter, bij gebreke van overeenstemming tussen de huurder en de verhuurder, ook bij huur van geliberaliseerde woonruimte de betalingsverplichting met betrekking tot de servicekosten mag bepalen op een bedrag dat in overeenstemming is met de voor de berekening daarvan geldende wettelijke voorschriften of met hetgeen als een redelijke vergoeding voor de geleverde zaken en diensten kan worden beschouwd. Dit voorkomt volgens de Hoge Raad bovendien dat de huurder alleen al door zijn instemming aan de periodieke afrekening van de servicekosten te onthouden, zijn betalingsverplichting kan beperken tot het in artikel 7:259 BW genoemde ‘bedrag dat bij ministeriële regeling is vastgesteld’.

Conclusie
Wat door een verhuurder bij een huurder in rekening wordt gebracht ten aanzien van servicekosten moet dus in redelijke verhouding staan tot de werkelijk gemaakte kosten. De huurder kan ook na het sluiten van de huurovereenkomst waarin overeenstemming is bereikt over de hoogte van de servicekosten de rechter vragen de hoogte van die kosten te toetsen. De rechter zal dan de hoogte van de te betalen servicekosten bepalen op een bedrag dat in overeenstemming is met de voor de berekening daarvan geldende wettelijke voorschriften of met hetgeen als een redelijke vergoeding voor de geleverde zaken en diensten kan worden beschouwd.


Nicky Loekemeijer is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied huurrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Servicekosten in vrije sector-huur: oordeel van de Hoge Raad

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief