Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Recentelijk formuleerde de Hoge Raad een maatstaf voor de persoonlijke aansprakelijkheid van de beoogd curator tijdens de zogenaamde pre-packprocedure.
De achtergrond van dit arrest is als volgt. Het Ruwaard van Puttenziekenhuis is op 24 juni 2013 failliet verklaard. Aan het faillissement is een pre-packprocedure voorafgegaan. Daartoe heeft het bestuur van het Ruwaard van Puttenziekenhuis de rechter verzocht een stille bewindvoerder aan te wijzen om in alle rust en op voortvarende wijze een eventuele doorstart vanuit een faillissement voor te bereiden. De rechtbank heeft het verzoek dezelfde dag gehonoreerd, met de aanwijzing dat het doel van de pre-pack is het realiseren van een zo hoog mogelijke opbrengst ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers en het beperken van maatschappelijke schade.
Tijdens de pre-packprocedure zijn er gesprekken gevoerd met twee overnamekandidaten. Op datum faillissement bereiken de beoogd curatoren overeenstemming met Spijkenisse Medisch Centrum B.V.
Eén van de aan het Ruwaard van Puttenziekenhuis verbonden medisch specialisten heeft de curatoren na de doorstart aansprakelijk gesteld, zowel in verband met hun optreden in de pre-packprocedure als daarna. Zowel de rechtbank als het hof hebben zijn vordering afgewezen.
De vraag die voorligt aan de Hoge Raad, is welke maatstaf moet worden gehanteerd om de persoonlijke aansprakelijkheid van de beoogd curator tijdens de pre-packprocedure vast te stellen. De Hoge Raad overweegt dat voor de persoonlijke aansprakelijkheid van de beoogd curator aansluiting moet worden gezocht bij de Maclou-norm. Dit betekent dat in dit verband moet worden onderzocht of de beoogd curator heeft gehandeld zoals in redelijkheid mag worden verlangd van een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende beoogd curator die zijn taak met nauwgezetheid en inzet verricht.
Het gerechtshof had deze maatstaf juist toegepast.
Eveline Hoekstra is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.