icon

Advies aan de Hoge Raad inzake slapende dienstverbanden

Werkgevers zijn verplicht om een transitievergoeding te betalen wanneer zij de arbeidsovereenkomst met een langdurig arbeidsongeschikte werknemer na 104 weken opzeggen. Zij kiezen er daarom regelmatig voor om deze arbeidsovereenkomst niet op te zeggen; de werknemer blijft dan in dienst, maar verricht geen werkzaamheden en heeft geen recht op loon. Dit wordt een “slapend” dienstverband genoemd.

Eerder dit jaar schreef ik in deze blog dat rechtbank Limburg prejudiciële vragen heeft gesteld aan de Hoge Raad over het slapend dienstverband en of de werkgever verplicht kan worden om het dienstverband op verzoek van de werknemer te beëindigen, zodat deze aanspraak krijgt op de transitievergoeding. Op 18 september jl. is de conclusie van advocaat-generaal R.H. de Bock gepubliceerd, waarin zij de Hoge Raad hierover adviseert.

De conclusie van A-G de Bock
Op grond van de wet is de werkgever verplicht zich te gedragen als “goed werkgever”. In de rechtspraak is deze open norm nader ingevuld en daardoor zijn inmiddels specifieke normen geformuleerd waarnaar de werkgever zich in bepaalde gevallen zou moeten gedragen. Volgens de Bock zou dit beginsel verder ingevuld moeten worden met de norm dat slapende dienstverbanden in beginsel behoren te worden beëindigd, als de werknemer dat wenst. Dit onderbouwt zij onder meer door erop te wijzen dat vanuit de regering en het parlement de wens bestaat om een einde te maken aan de slapende dienstverbanden.

Daartegen is in de literatuur en rechtspraak beargumenteerd, dat er niet zoiets bestaat als een ‘ontslagplicht’ en dat een dergelijke plicht in strijd zou zijn met de contractsvrijheid van de werkgever en werknemer. Volgens de Bock zou deze norm echter niet leiden tot een ontslagplicht: het naleven van deze norm zou er immers toe leiden dat de werkgever verplicht is om in te stemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, onder betaling van de transitievergoeding.

Daarnaast zou deze norm volgens de Bock alleen moeten gelden voor gevallen waarin de werkgever geen redelijk belang heeft bij het slapend houden van het dienstverband. Ze formuleert de volgende omstandigheden die volgens haar aanleiding kunnen geven voor deze uitzondering:

  • het bestaan van reële re-integratiemogelijkheden voor de werknemer;
  • het voorfinancieren van de transitievergoeding levert financiële problemen op voor de werkgever in de periode tot de inwerking van de Wet compensatie transitievergoeding 1 april 2020;
  • de transitievergoeding wordt niet (geheel of gedeeltelijk) gecompenseerd;
  • mogelijke andere belangen van de werkgever bij het in dienst houden van de werknemer, anders dan de enkele wens om de transitievergoeding niet te hoeven betalen.

Afsluitend
Kort gezegd concludeert A-G de Bock dat het beginsel van ‘goed werkgeverschap’ meebrengt dat een werkgever verplicht is om – op verzoek van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer – een slapend dienstverband te beëindigen onder toekenning van de transitievergoeding. Indien de Hoge Raad deze conclusie van de Bock volgt, zullen naar schatting duizenden slapende dienstverbanden op verzoek van werknemers beëindigd moeten worden. De transitievergoedingen van deze werknemers kunnen inmiddels hoog zijn opgelopen.

Inmiddels staat wel vast dat Wet compensatie transitievergoeding in werking zal treden op 1 april 2020. Op basis van deze wet kan een werkgever bij het UWV een compensatie aanvragen voor de transitievergoeding die is betaald aan een langdurig arbeidsongeschikte werknemer. Dit kan tevens met terugwerkende kracht worden aangevraagd voor dienstverbanden die zijn geëindigd vanaf 1 juli 2015. De compensatie kan ook worden aangevraagd door werkgevers die een slapend dienstverband hebben opgezegd, maar het gedeelte van de transitievergoeding dat is opgebouwd tijdens de slapende periode van het dienstverband zal niet worden gecompenseerd.


Kirsten Willms is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Advies aan de Hoge Raad inzake slapende dienstverbanden

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief