Praktijkgebieden: Omgevingsrecht, Ruimtelijke ordening
In de afgelopen maanden is geregeld door Wieringa Advocaten geblogd over de inmiddels bekende stikstof-uitspraken. In een tweetal uitspraken van 29 mei 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State nieuwe kaders gesteld bij vergunningverlening voor wat betreft uitstoot van stikstof. Door deze uitspraken werd met name gevreesd voor de effecten die dit zou hebben op de enorme woningbouwopgave die ons de komende jaren te wachten staat. Eerder schreven wij al dat de bouw in Nederland een omzet van maar liefst 14 mrd. zou kunnen mislopen door de beperkingen die de uitspraken met zich mee zouden brengen binnen de bouwsector. Volgens nieuwe inzichten zal die schade in de praktijk wellicht meevallen; het FD spreekt inmiddels al over een “onnodige paniekreactie”.
De opening van Lelystad Airport lijkt op losse schroeven te staan; aangekondigde snelheidsverhogingen op snelwegen sneuvelen weer en de komst van 1 miljoen extra woningen tot 2030 dreigt niet voorbij de tekentafel te komen. Allen gevolgen van de uitspraken van de Raad van State, want bij het verlenen van nieuwe omgevingsvergunningen zal moeten worden gekeken in hoeverre er sprake is van significante gevolgen voor omliggende natuur, zo stelt de Afdeling in haar uitspraak. Daarmee zouden bouwprojecten, onder andere voor de realisatie van woningen, op losse schroeven kunnen komen te staan, indien niet vast zou worden gesteld dat die projecten geen significante gevolgen voor de omliggende natuur hebben.
In hoeverre die significante gevolgen daadwerkelijk intreden zal afhangen van de wijze waarop wordt gekeken naar de hoeveelheid stikstof. Zoals blijkt uit het Rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving is de gemiddelde landelijke stikstofdepositie in “mol per hectare per jaar” op dit moment rond de 1500 mol/ha/jaar. Procentueel zijn huishoudens verantwoordelijk voor minder dan 5% van de totale landelijke gemiddelde stikstofdepositie, waar de landbouw meer dan 70% van de landelijke stikstofdepositie veroorzaakt. Het lijkt erop dat de broodnodige woningbouw dan ook ten onrechte lijdt onder de uitstoot van andere sectoren. Volgens de NEPROM (vereniging van projectontwikkelaars) zal de komst van extra woningen in de praktijk een nagenoeg verwaarloosbaar effect hebben op de stikstofdepositie. Indien woningen gasloos worden gebouwd blijft de stikstofdepositie zelfs helemaal achterwege, maar blijft enkel het bouwen van de woningen en het daarna aanwezige verkeer van en naar de woningen tot stikstofuitstoot leiden. Volgens adviezen die de NEPROM heeft laten opstellen zal een woningbouwproject van 100 woningen op enige honderden meters van een Natura 2000 gebied, minder dan 0,05 mol/ha/jaar aan stikstofdepositie veroorzaken. Op het landelijk gemiddelde van 1500 mol/ha/jaar is het effect van de bouw van een dergelijk project niet meer meetbaar en zal het de toets van het hebben van “significante gevolgen” makkelijker doorstaan.
Ontwikkelaars dienen hun projecten wel te voorzien van een stevige onderbouwing dat die effecten ook daadwerkelijk niet intreden. Een stevig onderbouwd plan met daarbij behorende onderzoeken, scheelt de ontwikkelaar op termijn in procedures of zelfs het geheel afketsen van de nieuwbouwplannen.
Franko Zivkovic – Laurenta is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.