Praktijkgebieden: Bestuursrecht, Toezicht en handhaving
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) heeft een conclusie gevraagd aan staatsraad advocaat-generaal Widdershoven (AG) over het heroverwegen in bezwaar van een weigering om een herstelsanctie op te leggen. Dit heeft de Afdeling op 11 juli 2019 middels een persbericht bekendgemaakt. Een conclusie is een rechtsgeleerd advies aan de Afdeling over de wijze waarop het beroep moet worden afgedaan en bindt de Afdeling niet. De conclusie draagt bij aan de rechtseenheid en rechtsontwikkeling.
Heroverwegen herstelsancties in bezwaar
Indien een belanghebbende bij het bestuursorgaan een handhavingsverzoek indient, zal het bestuursorgaan ex artikel 4:13 lid 2 Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de regel binnen acht weken na ontvangst op het verzoek moeten beslissen. Gelet op de beginselplicht tot handhaving zal het bestuursorgaan in geval van een overtreding handhavend moeten optreden. Dit laat echter onverlet dat alle relevante belangen die door het te nemen besluit worden geraakt, moeten worden afgewogen. Slechts onder bijzondere omstandigheden kan het bestuursorgaan van handhaving afzien. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling behoort de bestuursrechter als regel niet krachtens artikel 8:72 lid 3 Awb over te gaan tot het opleggen van dergelijke sancties.
In het geval dat geen overtreding wordt geconstateerd, kan het bestuursorgaan (logischerwijs) van handhaving afzien. Sterker nog, in dat geval is het bestuursorgaan niet bevoegd handhavend op te treden. Tegen een afwijzing van het handhavingsverzoek kan bezwaar worden gemaakt door degene die het verzoek heeft gedaan. De eerdere weigering moet dan worden heroverwogen en de uitkomst moet worden neergelegd in een besluit op bezwaar.
Conclusie AG
Aanleiding voor de voorzitter van de Afdeling om een conclusie aan de AG te vragen was een zaak waarin de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit was verzocht handhavend om op te treden tegen verschillende bedrijven die illegaal gekapt hout uit de Braziliaanse mazone importeren. Op het handhavingsverzoek volgde een waarschuwing van de minister, maar deze legde (vervolgens) geen herstelsancties op. Een herstelsanctie (zie artikel 5:2 lid 1 sub b Awb) strekt tot het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding, tot het voorkomen van herhaling van een overtreding, dan wel tot het wegnemen of beperken van de gevolgen van een overtreding.
Ook in de bezwaarprocedure bleef een herstelsanctie uit; volgens de minister was er geen reden om een sanctie op te leggen, aangezien de bedrijven of na de waarschuwing geen hout meer hebben geïmporteerd of de overtreding eenmalig was.
De AG is verzocht in te gaan op de heroverweging in bezwaar van een besluit waarbij is geweigerd een herstelsanctie op te leggen en (in ieder geval) de volgende vragen te beantwoorden:
Vervolg
De Afdeling zal de zaak met nummer 201903064/1 op 29 augustus 2019 op een rechtszitting van de grote kamer, bestaande uit vijf staatsraden, behandelen. De AG neemt ex artikel 8:12a lid 4 Awb binnen zes weken na sluiting van het onderzoek ter zitting, derhalve vóór 10 oktober 2019, de conclusie. Vervolgens kunnen partijen binnen twee weken reageren op de conclusie, waarna de Afdeling uitspraak doet in deze zaak.
Deze blog is mede tot stand gekomen door bijdragen van Chandell Stienstra, momenteel verbonden aan Wieringa Advocaten als student stagiair.
Dominique de Haas is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied toezicht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.