Praktijkgebieden:
Spoedwet KEI aangenomen door Tweede Kamer
Na miljoenen aan investeringen in digitalisering van de rechtspraak, is door de Raad van de Rechtspraak in 2018 deze digitalisering gestaakt. Gebleken is dat de schaal en complexiteit van het digitaliseringsproces zijn onderschat en het ontwikkelde digitale systeem niet verder bij de andere rechtbank in gebruik kan worden genomen. Om die reden heeft de Raad van de Rechtspraak inmiddels een basisplan vastgesteld om de digitalisering op andere wijze vorm te geven. Dit heeft ertoe geleid dat de digitalisering bij de rechtspraak anders zal worden vormgegeven, waardoor de pilot tot digitaal procederen onder KEI moet worden stopgezet. Deze Spoedwet KEI dient daartoe.
De Spoedwet KEIIn 2016 is een aantal wetten en besluiten tot vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht van het Programma Kwaliteit en Innovatie aangenomen. Eerder schreven wij hier een blog over. De Minister tot de conclusie gekomen dat het digitaliseringsproces onder de KEI-wetgeving niet zal worden doorgezet. Met grote spoed wordt de Spoedwet KEI nu door het parlement geleid. Met het wetsvoorstel wordt namelijk tegemoet gekomen aan het spoedeisend belang van de rechtspraak om de verplichting tot digitale indiening bij de pilotgerechten op de kortst mogelijke termijn te beëindigen en het civiele procesrecht bij alle rechtbanken weer uniform te laten gelden. De Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel vermeldt dat het spoedeisend belang is gelegen in:
Voor de rechtbanken Midden-Nederland en Gelderland in civiele vorderingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging (belang van meer dan €25.000,-) wordt met de Spoedwet KEI de wettelijke verplichting tot digitaal procederen zoals dat geldt onder de ‘oude’ KEI-wetgeving ongedaan gemaakt. Artikel 1 van de Spoedwet KEI regelt dan ook dat het ‘gewone’ procesrecht weer van toepassing wordt verklaard op vorderingsprocedures bij de rechtbanken Midden-Nederland en Gelderland. Het tweede lid bepaald het overgangsrecht: de KEI-regelgeving blijft van toepassing als er vóór inwerkingtreding van de wet al een procesinleiding is ingediend bij een pilotrechtbank, of wanneer het oproepingsbericht op dat moment al aan de verweerder is betekend. In cassatie blijft het digitaal procederen in vorderingsprocedures van kracht.
Enkele kernbepalingen KEI blijven geldenDe Spoedwet KEI heeft naast het bovenstaande ook tot gevolg dat enkele kernbepalingen uit de KEI-wetgeving voor alle rechtbanken en hoger beroep zullen gaan gelden. De bepalingen 30k-30n KEI-Rv zullen zo letterlijk mogelijk worden overgenomen in de artikelen 87-90 Rv. Deze kernbepalingen zien op de regierol van de rechter en verruiming van mogelijkheden tijdens de mondelinge behandeling.
Nieuw ten opzichte van de KEI-wetgeving is dat artikel 87 lid 1 Rv de regel zal bevatten dat de rechter in alle gevallen en in elke stand van het geding (op verzoek van partijen) een mondelinge behandeling kan gelasten. De rechter krijgt meer ruimte om de mondelinge behandeling af te stemmen op de bijzonderheden van de zaak en de wensen van partijen en hemzelf en om maatwerk te bieden. Gevolg hiervan is dat huidig artikel 134 Rv, dat betrekking heeft op het pleidooi, komt te vervallen.
Het nieuwe basisplanDe nieuwe digitaliseringsoplossing van de Raad van de Rechtspraak focust op één hoofddoel: digitale toegankelijkheid van de Rechtspraak voor de diverse procespartijen, procesvertegenwoordigers en andere zaaksbetrokkenen in de verschillende civiel- en bestuursrechtelijke zaakstromen. De nieuwe digitale systemen worden op een beheerste, verantwoorde en realistische manier ontwikkeld. Vanaf 2019 wordt per zaaksoort gekeken hoe de nieuwe manier van werken kan worden vormgegeven. Eerst zullen de meer eenvoudige type zaken aan de beurt zijn. Dat begint dan bij 1 gerecht, waar advocaten op vrijwillige basis digitaal kunnen werken. Als daar positieve ervaringen mee zijn opgedaan, wordt digitale uitwisseling voor procespartijen bij alle gerechten ingevoerd; nog steeds op vrijwillige basis. Uiteindelijk wordt het digitale werken voor alle professionele partijen bij alle zaken verplicht. Voor burgers blijft de mogelijkheid bestaan om op papier te procederen.
Hoe snel de Rechtspraak verdere vervolgstappen kan zetten, is afhankelijk van de uitkomsten van een BIT-toetst medio 2019 en het geld dat het ministerie beschikbaar stelt. De Raad voor de rechtspraak is hierover met de minister in gesprek.
AfsluitingDe Spoedwet KEI wordt op 2 juli a.s. als hamerstuk door de Eerste Kamer afgedaan. Het is bijzonder spijtig dat dit grote project tot digitalisering van de rechtspraak mislukt, ondanks dat er zo veel geld en energie in is gestoken. Gelukkig ligt er wel al een nieuw plan klaar, dat nog verder zal worden uitgewerkt. We zullen moeten afwachten of dit nieuwe basisplan voor digitalisering beter uitpakt.
Nicky Loekemeijer is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.