Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Wekelijks gaan bedrijven failliet. In sommige gevallen betreft het grote bedrijven, waardoor veel partijen er gevolgen van ondervinden. Een voorbeeld daarvan is het faillissement van Intertoys Holding B.V. (met gelieerde vennootschappen), dat vandaag werd uitgesproken. Het faillissement van Intertoys roept vragen op ten aanzien van de rechtspositie van betrokken partijen en de mogelijkheden deze positie te versterken. In deze blog besteden wij eerst aandacht aan de rechtspositie van de schuldeisers en leveranciers van Intertoys en daarna aan de rechtspositie van contractspartijen in het algemeen.
Schuldeisers
Het uitgangspunt is dat elke vordering in een faillissement van gelijke rang is, tenzij de vordering op grond van de wet een hogere rang toekomt. De praktijk leert dat de ‘gewone’ schuldeisers wier vordering geen hogere rang toekomt, in faillissement zelden een uitkering krijgen. Dat is anders indien een schuldeiser zich bijvoorbeeld kan beroepen op verrekening, een voorrecht, een retentierecht, of een pand- of hypotheekrecht.
Leveranciers
Leveranciers hebben in aanvulling op bovenstaande opties nog een aantal hierna te bespreken aanvullende mogelijkheden om te voorkomen dat zij ‘slechts’ concurrent schuldeiser zijn en vermoedelijk weinig tot niets krijgen uitgekeerd. Of de leverancier van die mogelijkheden gebruik kan maken, hangt in grote mate af van wat partijen met betrekking tot de levering van de goederen zijn overeengekomen.
Contractspartijen
Welke opties een contractspartij van Intertoys heeft, hangt in grote mate af van de vraag of Intertoys en/of de contractspartij uit hoofde van de overeenkomst nog tot presteren is verplicht. Op hoofdlijnen is de situatie als volgt:
Hoewel in het voorgaande een aantal opties de revue is gepasseerd om een sterkere positie in een faillissement te creëren, blijkt in de praktijk dat schuldeisers, contractspartijen en leveranciers van de failliet over het algemeen een relatief zwakke uitgangspositie hebben. Het is daarom zaak om vóór datum faillissement uw positie te verstevigen en in ieder geval de positie in het faillissement snel nauwkeurig te bepalen.
Wilt u weten welke mogelijkheden u heeft in het faillissement van Intertoys, of wilt u een sterkere uitgangspositie creëren bij een eventueel volgend faillissement? U weet ons te vinden.
Peter Bos is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.