Praktijkgebieden:
Zoals (helaas) viel te verwachten, heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij uitspraak van 31 januari 2019 het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening van een tweetal verzoekers inzake het besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat van 14 november 2018 tot het instemmen met het winningsplan Groningen Gasveld 2018-2019 van de NAM (instemmingsbesluit) afgewezen.
Concreet heeft de uitspraak van de Afdeling tot gevolg dat de gaswinning uit het Groningenveld voorlopig niet verder hoeft te worden teruggebracht en de NAM op grond van het instemmingsbesluit over 2018-2019 een hoeveelheid van 19,4 miljard Nm3 mag winnen. Deze hoeveelheid komt overeen met de hoeveelheid gas die nodig is om de leveringszekerheid te kunnen garanderen.
Voorlopige voorzieningOp grond van artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft het instellen van bezwaar of beroep tegen een besluit geen schorsende werking, waardoor het instemmingsbesluit direct in werking treedt. Om deze inwerkingtreding tegen te houden tot het moment dat de rechter definitief op het beroep tegen het besluit heeft beslist, kan degene die beroep heeft ingesteld op grond van artikel 8:81 Awb een voorlopige voorziening aanvragen. Mocht een dergelijk verzoek om een voorlopige voorziening worden toegewezen, dan blijft deze voorziening gelden totdat de bestuursrechter uitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak.
Voor toewijzing van een voorlopige voorziening gelden op grond van artikel 8:81 Awb de volgende voorwaarden:
Voorlopig oordeel gaswinning GroningenIn de onderhavige zaak heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat aan het connexiteitsvereiste en het vereiste van onverwijlde spoed wordt voldaan. De belangenafweging pakt echter niet in het voordeel van verzoekers uit.
De voorzieningenrechter overweegt het grote belang van het verder beperken van de veiligheidsrisico’s te onderkennen, maar overweegt tevens dat met name het door het kabinetsbesluit geboden perspectief op verbetering van die risico’s bij de afweging van belang is. Ook moet het belang van het verder beperken van de veiligheidsrisico’s volgens de voorzieningenrechter worden afgewogen tegen het belang van de leveringszekerheid.
Tegen de achtergrond van het geboden perspectief op verbetering van de veiligheidsrisico’s binnen afzienbare termijn zou toewijzing van een van de gevraagde, verstrekkende voorzieningen naar het oordeel van de voorzieningenrechter alleen in aanmerking komen als voldoende zekerheid zou bestaan dat de door de minister gestelde onacceptabele gevolgen daarvan voor bedrijven en huishoudens zich niet zullen voordoen. Verzoekers hebben dat in twijfel getrokken, maar de minister is bij zijn standpunt gebleven. De voorzieningenrechter overweegt dat daarover dan ook het debat in de bodemprocedure zal moeten worden gevoerd. De voor toewijzing benodigde zekerheid is er in ieder geval nu niet.
Kortom, in afwachting van de definitieve uitspraak in de bodemprocedure ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om de gaswinning voorlopig helemaal stil te leggen of sterk in omvang terug te brengen.
Hoe nu verder? Het beroep van 26 personen en organisaties (waaronder verzoekers) tegen het instemmingsbesluit is momenteel aanhangig. Naar verwachting zal de Afdeling in de tweede helft van april een zitting houden, waarna zij een definitieve uitspraak zal doen.
Dominique de Haas is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.