Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De arbeidsmarkt is momenteel krap en in een aantal sectoren (zorg, onderwijs en ICT) bestaat zelfs een nijpend personeelstekort. Bedrijven schakelen hierdoor steeds vaker recruitmentbureaus in bij het aantrekken van nieuw personeel, hetgeen hoge werving- en selectiekosten met zich brengt.
Afspraken over de werving en selectie worden veelal vastgelegd in een opdrachtovereenkomst tussen de werkgever en het recruitmentbureau. Hierin wordt over het algemeen vastgelegd dat het recruitmentbureau van de opdrachtgever een honorarium ontvangt indien de opdrachtgever een kandidaat aanneemt die door het recruitmentbureau is geïntroduceerd. Gemiddeld wordt een honorarium afgesproken ter hoogte van 25% van het bruto jaarsalaris van de kandidaat.
In de praktijk ontstaan regelmatig geschillen over de werving- en selectiekosten. In deze blog worden hiervan op twee vaak voorkomende situaties ingegaan.
Het tekortschieten in de nakoming van de overeenkomst door recruitmentbureaus Op 1 januari 2017 heeft rechtbank Rotterdam een uitspraak gedaan over de volgende situatie. Door een opdrachtgever werd een kandidaat aangenomen die door een recruitmentbureau was geselecteerd en aan de opdrachtgever was geïntroduceerd. Al snel bleek dat de kandidaat in het geheel niet beschikte over de voor de functie vereiste kennis. Na navraag door de opdrachtgever kon geen diploma, cijferlijst of enig ander stuk van een studie getoond worden. Bovendien bleek na het bellen van de opgegeven referenties, dat de kandidaat daar niet in dienst was geweest.
Desalniettemin vorderde het recruitmentbureau de betaling van het afgesproken honorarium, stellend dat de opdrachtgever zelf verantwoordelijk zou zijn geweest voor het controleren van diploma's en referenties. In de overeenkomst stond "immers"Opdrachtgever dient zelf te controleren of de Kandidaat over eventueel benodigde (werk)vergunningen, VAR-verklaringen en/of overige gevraagde documenten beschikt.
Als tegeneis vorderde de opdrachtgever ontbinding van de overeenkomst en een schadevergoeding. Tegen die laatste vordering voerde het bureau aan dat zij aansprakelijkheid contractueel had uitgesloten.
De Rechtbank oordeelde dat het recruitmentbureau tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, nu het controleren van diploma’s, werkervaring en referenties de kern van het werk van een recruitmentbureau raken. Om diezelfde reden – dat het recruitmentbureau die meest basale taak niet had uitgevoerd – vond de rechter dat het bureau geen beroep op de uitsluiting toekwam; de vordering tot schadevergoeding werd dan ook toegewezen.
Het verhalen van de werving- en selectiekosten op de werknemer In een andere uitspraak van 27 juli 2018 heeft de rechtbank Limburg geoordeeld over een geschil tussen een werkgever en een gerecruteerde werknemer. Na een werving- en selectieprocedure hadden partijen een arbeidsovereenkomst ondertekend die door de werknemer al na twee weken werd opgezegd. De werkgever verzocht de rechtbank onder meer om de werknemer te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding bestaande uit de kosten van de werving- selectieprocedure.
De rechter heeft hierover geoordeeld dat niet is gebleken dat het handelen van de werknemer iets anders was dan simpelweg het uitoefenen van zijn (grondwettelijke) recht op vrije keuze van arbeid. Dat met het werven en selecteren van personeel kosten zijn gemoeid is een gegeven en die kosten vallen in beginsel gewoon onder het ondernemersrisico. De werkgever had onvoldoende onderbouwd waarom dat in dit geval anders zou moeten zijn.
Heeft u zelf een geschil over werving- en selectiekosten of heeft u vragen hierover? Neem gerust contact met ons op.
Kirsten Willms is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.