Praktijkgebieden: Energietransitie
Ook in het kader van verduurzaming en energietransitie zullen in het nieuwe jaar wijzigingen plaats gaan vinden. Zo zal het Activiteitenbesluit milieubeheer per 1 juli 2019 gewijzigd in werking getreden, inhoudende een verbetering én aanvulling van de energiebesparingsverplichting onder de Wet milieubeheer als uitvoering van de motie Van der Lee/Jetten (Kamerstuk 34 775 XIII, nr. 71).
Wat wijzigt er?
Artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit milieubeheer verplicht inrichtingen die vanaf 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m³ aardgas per jaar verbruiken om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder te treffen (geldt sinds 1 januari 2008). In de praktijk wordt deze verplichting amper nageleefd en is toezicht en de handhaving moeilijk gebleken. Wie deze energiebesparende maatregel(en) moet treffen, is overigens niet in wetgeving vastgelegd. Dit kan zowel de huurder als de verhuurder zijn: in beginsel zal de drijver van de inrichting als eerste door het bevoegd gezag worden aangesproken.
Naast deze reeds bestaande energiebesparingsplicht zal per 1 juli 2019 een informatieplicht gelden in de hoop de energiebesparing te versnellen (zie artikel 2.15, tweede lid van het voorgestelde Activiteitenbesluit). Inrichtingen moeten uiterlijk 1 juli 2019 melden op welke wijze aan de energiebesparingsverplichting wordt voldaan. Een harde deadline: indien niet voor 1 juli 2019 wordt gemeld, is sprake van een overtreding. Na deze eerste rapportage moet om de vier jaar een melding worden gedaan. Voor inrichtingen die na 1 januari 2019 zijn opgericht, geldt dat zij zich uiterlijk een jaar na oprichting moeten melden (zie artikel 2.15, tiende lid van het voorgestelde Activiteitenbesluit).
Dominique de Haas is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied energietransitie.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.