Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Op 1 januari 2013 is de Wet Normering Topinkomens (“WNT”) in werking getreden. Het doel van deze wet is het tegengaan van bovenmatige bezoldigingen en ontslagvergoedingen bij instellingen in de (semi)publieke sector.
In de Uitvoeringsregeling en de Beleidsregels zijn nadere regels opgenomen over de WNT. Deze regelgeving wordt ieder jaar aangepast en inmiddels is de regelgeving voor 2019 gepubliceerd. Hierin zijn onder meer de volgende wijzigingen opgenomen.
Componenten die niet worden meegerekend in de hoogte van de bezoldiging
In de Uitvoeringsregeling WNT zijn ter verduidelijking een aantal componenten opgesomd die tot de bezoldiging behoren en een aantal componenten die hier niet toe behoren. Vanaf de invoering van de WNT viel de afkoop van vakantiedagen onder bezoldiging. In de nieuwe uitvoeringsregeling, die geldt vanaf 1 januari 2019, is opgenomen dat de afkoop van maximaal 4 weken aan niet-opgenomen vakantiedagen van topfunctionarissen niet meer onder bezoldiging valt, indien deze worden afgekocht bij de beëindiging van het dienstverband. Ook werkgeversbijdragen aan fondsen voor scholing en ontwikkeling en de compensatie voor loonderving na een bedrijfsongeval of bij een beroepsziekte vallen niet meer onder bezoldiging.
De WNT verantwoording in groepsverband
Verder wordt het voor ondernemingen in een groep mogelijk om de WNT-verantwoording op te nemen in de geconcilieerde jaarrekening of de enkelvoudige jaarrekening van één van de rechtspersonen binnen de groep, tenzij andere op de WNT-instelling van toepassing zijnde regelgeving een dergelijke keuzevrijheid niet toestaat. De WNT-instelling moet een verwijzing opnemen in de eigen jaarrekening naar de jaarrekening waarin de WNT-verantwoording van de topfunctionaris is opgenomen.
Pro forma uitspraken en uitkeringen wegens beëindiging dienstverband
In de WNT is bepaald dat niet een hogere beëindigingsvergoeding aan de topfunctionaris mag worden betaald dan volgens de WNT is toegestaan, te weten: € 75.000,-. Voor zover de vergoeding boven het maximum uitkomt, is dit bedrag onverschuldigd betaald, tenzij de betaling voortvloeit uit een rechterlijke uitspraak. In de nieuwe regelgeving is verduidelijkt dat een pro forma uitspraak ook erkend wordt als rechterlijke uitspraak waaruit een hogere vergoeding mag voortvloeien. Bij een pro forma uitspraak gaat het veelal om zaken waarin tussen partijen overeenstemming bestaat over de gewenste uitkomst en de rechterlijke uitspraak slechts nodig is als formaliteit.
Wilt u meer weten over de bezoldiging van topfunctionarissen? Neem gerust contact met ons op.
Kirsten Willms is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.