Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Veel piloten en cabinepersoneel, onder meer de werknemers van Ryanair, hebben te maken met niet-Nederlands arbeidsrecht. De (ingewikkelde) vraag in die zaken is welk recht van toepassing is.
Internationale arbeidsovereenkomstenWanneer een arbeidsovereenkomst internationale elementen bevat, kan onduidelijk zijn welke rechter bevoegd is en naar welk recht een eventueel geschil dient te worden beoordeeld. Er is sprake van een internationale arbeidsovereenkomst als:
De recente Ryanair-uitspraakEen dergelijk vraagstuk speelde een rol in een recente uitspraak van Rechtbank Oost-Brabant. De situatie was als volgt. Ryanair kondigde op 1 oktober 2018 aan dat zij haar basis in Eindhoven per 5 november 2018 zou sluiten, en kondigde aan de piloten naar een andere basis over te plaatsen. Een aantal piloten vorderde hier een verbod van, en eiste doorbetaling van hun loon wanneer de basis toch zou worden gesloten en zij daarom niet konden werken. Zij stelden dat het voornemen van Ryanair in strijd was met wettelijke bepalingen uit het Nederlands arbeidsrecht.
Ryanair voerde hiertegen verweer met de stelling dat deze situatie naar Iers recht dient te worden beoordeeld. Ryanair is immers een in Ierland gevestigde onderneming en heeft in alle arbeidsovereenkomsten een rechtskeuze voor het Iers recht opgenomen.
Beoordeling toepasselijk rechtWelk recht van toepassing is op een overeenkomst wordt bepaald door de Verordening nr. 593/2008 (Rome I) indien de overeenkomst is gesloten na 17 december 2009. Hoofdregel: de overeenkomst wordt beheerst door het recht dat de partijen hebben gekozen. In beginsel moet de rechter dus Iers recht toepassen.
Op deze hoofdregel bestaat echter een belangrijke uitzondering: de rechtskeuze mag er niet toe leiden dat de werknemer de bescherming verliest die hij geniet op grond van dwingendrechtelijke bepalingen volgens het recht dat van toepassing zou zijn geweest indien geen rechtskeuze was gemaakt. Voor de beoordeling hiervan bestaat een getrapt systeem:
Gewoonlijk werkland en het werken in de luchtBij de eerste stap doet zich in de luchtvaartsector een bijzonderheid voor: deze werknemers verrichten hun arbeid grotendeels in de lucht. Op 5 juli 2018 deed het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch een uitspraak (in lijn met de uitspraken van het Europese Hof) over wat de gewoonlijke werkplaats is van een werkneemster van Ryanair en kwam tot de conclusie dat de vaste werkplek van de werkneemster Eindhoven was. Het Hof overwoog onder meer dat de diensten van de werkneemster aanvingen in Eindhoven, zij hier instructies ontving en na haar dienst weer terugkeerde naar Eindhoven. Bovendien waren de vliegtuigen aan boord waarvan zij werkte feitelijk in Eindhoven gestationeerd.
Ook in de recente uitspraak heeft de rechter vastgesteld dat de piloten hun arbeid gewoonlijk vanuit Nederland verrichten en mogelijk een kennelijk nauwere band hebben met Nederland. Als gevolg hiervan blijven de dwingendrechtelijke bepalingen uit het Nederlands arbeidsrecht van toepassing op de arbeidsovereenkomst van de Ryanair piloten, nu deze bepalingen meer bescherming bieden dan het Ierse arbeidsrecht.
ConclusieOngeacht een eventuele rechtskeuze blijven dwingendrechtelijke bepalingen gelden van het recht dat van toepassing zou zijn geweest indien geen rechtskeuze was gemaakt. Bij deze beoordeling speelt de vraag van waar gewoonlijk de arbeid wordt verricht een belangrijke rol. In de luchtvaartsector is deze plaats niet eenvoudig vast te stellen, maar in de jurisprudentie is hiervoor inmiddels een aantal aanwijzingen gegeven.
Heeft u vragen over internationale arbeidsovereenkomsten en het toepasselijk recht? Neem gerust contact met ons op.
Kirsten Willms is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.