Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Het Nederlands burgerlijk procesrecht kent een gesloten stelsel van rechtsmiddelen. Dat betekent dat de manieren om in een juridische procedure alsnog je gelijk te halen, beperkt zijn tot de mogelijkheden die genoemd zijn in de wet. De wet kent onder meer het rechtsmiddel van herroeping, welk rechtsmiddel uitkomst kan bieden als sprake is van bedrog of wanneer een uitspraak berust op valse stukken. Wij schreven in dit verband al eerder over de bevoegdheid van de rechter. Aan de hand van een recent arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch zal hieronder worden besproken of het mogelijk is om door middel van herroeping een faillissementsuitspraak van tafel te krijgen.
Het rechtsmiddel herroeping
De wet kent twee soorten rechtsmiddelen: gewone rechtsmiddelen en buitengewone rechtsmiddelen. Het verschil tussen beide is dat een buitengewoon rechtsmiddel over het algemeen pas kan worden ingesteld wanneer partijen geen gebruik meer kunnen maken van de gewone rechtsmiddelen. Onder de gewone rechtsmiddelen schaart men de rechtsmiddelen van verzet, hoger beroep en cassatie. Tot de buitengewone rechtsmiddelen worden de rechtsmiddelen van derdenverzet en herroeping gerekend. Herroeping is mogelijk op drie verschillende gronden:
Van belang is dat de wettelijke regeling van herroeping niet beperkt is tot vonnissen en arresten (zaken die met een dagvaarding worden ingeleid). Deze is ook van toepassing op beschikkingen (het eindproduct in de meeste verzoekschriftprocedures), tenzij de aard van de beschikking zich daartegen verzet. Een faillissementsverzoek is wat dit betreft een vreemde eend in de bijt: hoewel het faillissement wordt aangevraagd door middel van een verzoekschrift, wordt het faillissement uitgesproken bij vonnis in plaats van bij beschikking. Dit heeft de wetgever zo bepaald omdat vonnissen – in tegenstelling tot beschikkingen – in het openbaar worden uitgesproken.
Verzoek herroeping faillissement niet mogelijk
In de zaak die leidde tot het arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 6 september 2018, had gefailleerde een verzoek ingediend om de uitspraak waarbij hij failliet was verklaard, te herroepen. Volgens gefailleerde was hij failliet verklaard op grond van een valse akte van cessie en een valse verklaring ter zitting. Gefailleerde verdacht de aanvrager van het faillissement van bedrog en misleiding en vond het daarom noodzakelijk dat het geding werd heropend.
Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch gaat hier echter niet in mee. Het hof overweegt dat het faillissement van openbare orde is en dat hierbij ook belangen van derden zijn betrokken. Gezien de aard van het faillissement en gezien het gesloten rechtsmiddelenstelsel dat is opgenomen in de Faillissementswet, oordeelt het hof dat het bijzondere rechtsmiddel van herroeping hier niet openstaat. Dit oordeel is in lijn met vaste jurisprudentie.
Conclusie
Kort en goed blijkt uit deze uitspraak dat herroeping niet mogelijk is bij faillietverklaringen omdat dit rechtsmiddel zich niet verdraagt met het stelsel van de Faillissementswet. Indien u wilt weten welke mogelijkheden er in uw geval wél zijn om een faillissementsuitspraak aan te vechten, zijn wij u graag van dienst.
Sandrine Piet is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.