icon

Proceskostenvergoeding in ‘samenhangende zaken’

Als partij in een (hoger) beroepsprocedure doe je er verstandig aan om de rechter te verzoeken de andere partij te veroordelen in het vergoeden van de proceskosten. Dit betekent echter niet dat ook alle gemaakte kosten ook daadwerkelijk zullen worden vergoed. De vergoeding wordt doorgaans berekend aan de hand van een zogeheten ‘forfaitair systeem’. De hoogte van de vergoeding is onder andere afhankelijk van de (genormeerde) werkzaamheden van de advocaat en het belang van de zaak.

Kostenveroordeling in het civiele recht
De proceskostenveroordeling in het civiele recht is neergelegd in artikel 237 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Dit artikel regelt dat de partij die bij vonnis in het ongelijk wordt gesteld, in de kosten wordt veroordeeld. Uitzonderingen hierop bestaan echter wanneer bijvoorbeeld beide partijen op enkele punten in het ongelijk zijn gesteld of wanneer partijen familie van elkaar zijn. De rechter kan ook bepalen dat kosten voor eigen rekening komen als een partij de kosten onnodig heeft veroorzaakt.

Kostenveroordeling in het bestuursrecht
Ook het bestuursrecht kent een regeling omtrent de proceskostenvergoeding. Artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht regelt dat de bestuursrechter bevoegd is om een partij te veroordelen in de kosten die een andere partij in verband met de behandeling van het beroep bij de bestuursrechter, en van het bezwaar of administratief beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Ook voor bezwaar en administratief beroep bestaat er zo een regeling in de Awb. In de praktijk betekent dit dat de bestuursrechter het bestuursorgaan in de proceskosten veroordeelt, indien het hoger beroep van de belanghebbende slaagt. Eerder schreef ik al een blog over de nieuw ingeslagen weg van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State met betrekking tot de proceskostenveroordeling.

Samenhangende zaken
Een andere uitzondering in het bestuursrecht geldt wanneer twee of meer zaken met elkaar samenhangen. ‘Samenhangende zaken’ worden als één zaak beschouwd. Dat houdt in dat er ook maar één keer een proceskostenveroordeling zal worden uitgesproken voor de samenhangende zaken tezamen. Dit begrip is per 1 januari 2015 verruimd. Dit is bewerkstelligd door schrapping van de vereisten dat het moet gaan om nagenoeg identieke besluiten waartegen op vergelijkbare gronden bezwaar of gemaakt of beroep is ingesteld. Het vereiste dat de bezwaren of beroepen gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig moeten zijn ingediend, wil sprake kunnen zijn van samenhangende zaken, is vervangen door het criterium dat de bezwaren of beroepen gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig moeten zijn behandeld.

Het moet nu dus nog slechts gaan om zaken die gelijktijdig (of nagenoeg gelijktijdig) zijn behandeld, waarin rechtsbijstand is verleend door dezelfde persoon dan wel door een of meer personen die deel uitmaken van hetzelfde samenwerkingsverband en van wie die werkzaamheden in elk van die zaken nagenoeg identiek konden zijn.

Massaberoep
Zoals gezegd is pas op 1 januari 2015 het begrip ‘samenhangende zaken’ verruimd. De oude regeling is van toepassing gebleven op een voor 1 januari 2015 bekendgemaakte beslissing op een bezwaar of administratief beroep en op een voor die datum bekendgemaakte uitspraak van een bestuursrechter. In een recent arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is het verruimde begrip ook toegepast op een geschil dat vóór 1 januari 2015 was ontstaan en dus eigenlijk nog onder de oude beperktere uitleg van het begrip ‘samenhangende zaken’ diende te vallen. Het gerechtshof weigerde in dit geschil vooralsnog per individuele zaak een standaard proceskostenvergoeding toe te kennen.

In deze zaak verleende de gemachtigde in duizenden vergelijkbare zaken rechtsbijstand. Als in ieder individueel hoger beroep een proceskostenvergoeding zou hebben toegekend, zouden de totale vergoedingen de in redelijkheid gemaakte kosten ver overtreffen, aldus het gerechtshof. Het gerechtshof besloot daarom af te wijken van de forfaitaire bedragen zoals vastgelegd in het Besluit proceskosten bestuursrecht.

Conclusie
Proceskostenvergoeding klinkt mooi, maar in de praktijk is dit slechts een tegemoetkoming in de gemaakte kosten. In het bestuursrecht moet men daarnaast rekening houden met het begrip ‘samenhangende zaken’, ook voor zaken die zijn gestart vóór 1 januari 2015. Er bestaat een kans dat ook voor deze zaken dit begrip wordt toegepast en de proceskostenvergoeding een stuk lager uitvalt dan verwacht.


Nicky Loekemeijer is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Proceskostenvergoeding in ‘samenhangende zaken’

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief