Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Ongeveer een jaar geleden deed de rechtbank Zeeland- West Brabant een gedurfde uitspraak met betrekking tot artikel 13b Opiumwet. Op grond van dit artikel is een burgemeester bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien uit de feiten volgt dat het aannemelijk is dat in woningen of lokalen drugs worden verkocht, afgeleverd of daartoe aanwezig zijn.
De heersende lijn in de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) was altijd dat indien in een pand een hoeveelheid harddrugs wordt aangetroffen die groter is dan o,5 gram, dat in beginsel (behoudens tegenbewijs) kan worden aangenomen dat er sprake is van een handelshoeveelheid en de burgemeester dientengevolge bevoegd is het pand te sluiten op grond van artikel 13b Opiumwet.
De rechtbank Zeeland-West Brabant overwoog echter in haar uitspraak d.d. 23 januari 2017 dat indien een beperkte hoeveelheid drugs wordt aangetroffen die mogelijk nog voor eigen gebruik aanwezig zou kunnen zijn (als voorbeeld werd gegeven 2 tot 3 gram cocaïne), het aan de burgemeester is om aannemelijk te maken dat die hoeveelheid drugs daadwerkelijk bestemd is voor handel. Pas daarna is een burgemeester, althans volgens de rechtbank Zeeland- West Brabant, bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang. De rechtbank verklaarde dit zelf als de ‘nieuwe lijn’ die zij voortaan zou hanteren. In dit literatuur werd afgevraagd of deze ‘nieuwe lijn’ wel zou standhouden bij de Afdeling.
De twijfel die was geuit in de literatuur bleek terecht, op 14 maart jl. oordeelde de Afdeling namelijk als volgt:
"De Afdeling ziet in vorenstaande overwegingen geen aanleiding om af te wijken van de bestendige jurisprudentielijn, dat bij de aanwezigheid van een hoeveelheid harddrugs in een pand die groter is dan 0,5 g in beginsel, dat wil zeggen behoudens tegenbewijs, aannemelijk is dat die drugs bestemd zijn voor verkoop, aflevering of verstrekking. Daarbij wordt van belang geacht dat de Afdeling niet is gebleken van een noodzaak voor de praktijk om de huidige jurisprudentie op dit punt aan te passen. Dat het voor de betrokkene vrijwel onmogelijk is om het tegendeel te bewijzen, zoals de rechtbank heeft overwogen, kan de Afdeling niet volgen. Zoals de burgemeester in dit verband heeft gesteld zal, als betrokkene een helder en consistent betoog heeft over zijn eigen gebruik dat een geringe overschrijding van 0,5 g grens vanwege dat gebruik aannemelijk maakt, geen andere zaken in het pand zijn aangetroffen die wijzen op drugshandel en niet is gebleken van andere relevante feiten en omstandigheden, in de regel worden geoordeeld dat het tegendeel aannemelijk is gemaakt en er geen bevoegdheid bestaat om een last onder bestuursdwang op te leggen.”
Het blijft dus zo dat een burgemeester bevoegd is een pand te sluiten indien meer dan 0,5 gram harddrugs of meer dan 5 gram softdrugs wordt aangetroffen, tenzij de betrokkene kan aantonen dat de drugs bestemd zijn voor eigen gebruik. Uit de uitspraak van de Afdeling volgt dat een betrokkene dit kan doen door onder meer aannemelijk te maken dat er geen andere zaken in het pand zijn aangetroffen die wijzen op drugshandel en ook geen andere feiten en omstandigheden op handel van drugs wijzen.
Roos de Grave is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.