Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Een werknemer kan niet altijd (op staande voet) worden ontslagen op basis van het enkele feit dat hij/zij een strafbaar feit heeft gepleegd. Of dit mogelijk is zal mede afhangen van de aard van de onderneming, de functie van de werknemer en of het delict in de werk- of in de privésfeer heeft plaatsgevonden.
Onlangs kwam het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden tot het oordeel dat een werkgever een werknemer terecht op staande voet had ontslagen omdat de werknemer na een kerstborrel van de werkgever met te veel drank achter het stuur was gekropen en vervolgens een eenzijdig verkeersongeval had veroorzaakt.
De werkgever, die actief is in de transportsector, heeft mede aan het ontslag ten grondslag gelegd dat de werknemer een voorbeeldfunctie had. Volgens de werkgever was de werknemer in zijn functie verantwoordelijk voor het instrueren van chauffeurs op het gebied van zuinig en veilig rijden en gaf hij in dat kader voorlichting, ook over het gebruik van alcohol in het verkeer.
Het gerechtshof overweegt dat het alcoholmisbruik zich niet strikt in de privétijd heeft afgespeeld nu het heeft plaatsgevonden tijdens een personeelsfeest. Tegen de achtergrond van de aard van de onderneming (transport), de activiteiten die de onderneming ontplooit om werknemers te doordringen van de gevaren van het rijden met alcohol en de voorbeeldfunctie die de werknemer vervulde op het gebied van verkeersveiligheid, is het hof van oordeel dat het gedrag een dringende reden oplevert voor een ontslag op staande voet. Het hof acht het hierbij niet van doorslaggevend belang of de werknemer (zoals de werkgever stelde) ook specifiek voorlichting gaf over het gebruik van alcohol, of slechts over (zoals hij zelf stelde) veilig en zuinig rijden. Dit mede omdat de werkgever in de ontslagbrief had opgenomen dat hij ook tot een ontslag op staande voet zou zijn overgegaan als slechts een deel van het hiervoor gestelde waar zou zijn gebleken.
In dit geval was het ontslag dus terecht gegeven. Indien de feiten echter net anders hadden gelegen, had het oordeel van het hof ook de andere kant uit kunnen vallen. Per situatie zal dus goed moeten worden bekeken of een gedraging/delict in dat specifieke geval kan leiden tot een ontslag (op staande voet).
Jolien Kraaijvanger is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.