Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Het komt geregeld voor dat organisatoren van feesten of andere evenementen/festivals op het laatste moment te maken krijgen met het doemscenario: het feest kan niet doorgaan vanwege het ontbreken van een evenementenvergunning. In sommige gevallen kan de vergunning alsnog worden aangevraagd (en door de gemeente met spoed worden verleend), maar vaak is de gemeente niet meer bereid haar medewerking te verlenen. Kan de activiteit dan echt niet meer doorgaan? De ervaring leert dat gemeenten niet altijd gelijk hebben en hun eigen regels soms onjuist uitleggen. Dit maakt dat een evenementenvergunning in sommige gevallen niet noodzakelijk is, ook al meent de gemeente van wel. In onderstaande bijdrage ga ik onder meer in op de vraag in welke gevallen een evenementenvergunning verplicht is.
Wat is een evenementenvergunning?
Nederlanders zijn goed in het organiseren van feesten en activiteiten. Door voor sommige feesten een evenementenvergunning verplicht te stellen, weet de gemeente waar grote feesten plaatsvinden en kan zij beoordelen of er risico’s zijn voor bijvoorbeeld (de verstoring van) de openbare orde en veiligheid. Indien deze risico’s er zijn, kan de gemeente voorwaarden opnemen in de vergunning om deze risico’s zoveel mogelijk te beperken.
Evenementenvergunning aanvragen?
Het reguleren van feesten en evenementen is neergelegd bij de gemeenten. De regels hierover vindt men dan ook terug in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de betreffende gemeente. Ter illustratie zal ik hieronder ingaan op de APV van de gemeente Amsterdam, maar het toepasselijk juridisch regime is vergelijkbaar met dat van andere gemeenten.
Op grond van artikel 2.47 lid 1 van de APV van Amsterdam is het verboden om zonder vergunning van de burgemeester in een gebouw een ‘voor het publiek toegankelijk evenement’ te houden. Omdat in de APV niet is aangeduid wat er onder ‘evenement’ wordt verstaan, zoekt de rechtbank Amsterdam op dit punt meestal aansluiting bij de model-APV van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten. Hierin staat dat onder een evenement wordt verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak (behoudens uitzonderingen).
Het vereiste dat een evenement voor het publiek toegankelijk is, brengt mee dat een besloten feest niet onder de reikwijdte van de evenementenbepaling valt. Zo is bijvoorbeeld voor het houden van een bedrijfsfeest geen evenementenvergunning vereist. Evenementen die zijn uitgezonderd van de vergunningplicht op grond van de APV van de gemeente Amsterdam zijn onder andere bioscoop-, theater- of muziekvoorstellingen en sportwedstrijden. Daarnaast kent de APV van Amsterdam een uitzondering voor kleine evenementen die van weinig tot geen invloed zijn op de omgeving.
Last onder dwangsom
Als de gemeente van mening is dat voor een feest/activiteit een evenementenvergunning aangevraagd had moeten worden en dat niet is gebeurd, dan treedt zij handhavend op. Dit kan zij bijvoorbeeld doen door het opleggen van een (preventieve) last onder dwangsom. Kort samengevat betekent dit dat de gemeente de organisator van het feest aanschrijft met de mededeling dat het feest niet door mag gaan en de organisator een behoorlijke dwangsom verbeurt als hij het feest toch laat doorgaan.
Evenementenvergunning nodig?
Zoals gezegd leert de ervaring echter dat er niet altijd sprake is van een overtreding. Er kunnen tal van redenen zijn waarom er toch geen evenementenvergunning vereist is. Zo kan er simpelweg geen sprake zijn van een ‘evenement’ in de zin van de APV, kan één van bovengenoemde uitzonderingen van toepassing zijn en kan het evenement vallen onder de reikwijdte van een reeds verleende vergunning. Bovendien dient er een belangenafweging te worden gemaakt, kan er concreet zicht op legalisering bestaan, kan de last onder dwangsom aan de verkeerde persoon/het verkeerde bedrijf zijn opgelegd (de normadressaat), kunnen er beginselen van behoorlijk bestuur zijn geschonden (zoals het gelijkheidsbeginsel), enzovoorts.
Aangezien de financiële gevolgen van handhavingsbesluiten van de gemeente groot zijn (dwangsom, boete, afgelasting feest) is het verstandig om vooraf te beoordelen welke vergunningen u nodig heeft voor een evenement. Op deze manier kunnen discussies achteraf worden voorkomen. Indien u toch in een dergelijke situatie terecht bent gekomen, neem dan gerust contact met ons op. Onze advocaten hebben ervaring met zowel adviseren als procederen over dit onderwerp.
Deze bijdrage is mede tot stand gekomen door Laura Eelzak, als student-stagiaire verbonden aan Wieringa Advocaten.
Björn Mulder is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.