Praktijkgebieden:
De kogel is door de kerk: vorige week is met een kleine meerderheid van alleen de drie coalitiepartijen het voorstel tot wijziging van het bestuurlijk stelsel aangenomen in de raadsvergadering. Dit betekent dat de inwoners van Amsterdam op 21 maart 2018 zowel een kandidaat voor de gemeenteraad als een kandidaat voor de stadsdeelcommissie kiezen. Mijn oud-collega Marjet van Bezooijen blogde eerder al over de plannen het bestuurlijk stelsel te wijzigen en het rapport van de commissie Brenninkmeijer waarin was geadviseerde deze plannen niet door te voeren.
Het gewijzigde bestuurlijk stelsel is geïnitieerd nadat een onafhankelijke commissie had vastgesteld dat de bestuurscultuur in de stad te lijden heeft onder de onduidelijkheid in het huidige systeem van bestuurscommissies. Wat zijn dan de verschillen tussen het huidige bestuurlijk stelsel en het toekomstig bestuurlijk stelsel en welke bezwaren bestaan er tegen het toekomstig bestuurlijk stelsel?
Het toekomstige systeem
Het systeem dat vanaf 2014 tot op heden is gehanteerd, bestond uit gekozen bestuurscommissies. Deze bestuurscommissies bestaan uit een dagelijks bestuur dat het beleid van de centrale stad (de gemeenteraad en het college van B&W) uitvoert, en een algemeen bestuur dat het beleid van het dagelijks bestuur controleert.
In het nieuwe bestuurlijk stelsel zal sprake zijn van een gemeenteraad, 7 stadsdelen met een dagelijks bestuur en 22 stadsdeelcommissies. De gemeenteraad zal, samen met de stadsdeelcommissies worden verkozen tijdens de verkiezingen in 2018. Het dagelijks bestuur van de stadsdelen zal na de gemeenteraadsverkiezingen benoemd worden door het college van burgemeester en wethouders. Hiermee neemt Amsterdam dus afscheid van de gekozen stadsdeelbestuurders en worden zij vervangen door ambtelijke bestuurders.
De 22 stadsdeelcommissies zullen in het leven worden geroepen om ‘de belangen van Amsterdammers op lokaal niveau te behartigen’. Bewoners van de 22 aangewezen gebieden kunnen zich hiervoor verkiesbaar stellen. Per gebied nemen minimaal 4 en maximaal 6 bewoners deel.
De stadsdeelcommissies zullen gevraagd en ongevraagd adviezen uitbrengen, die het dagelijks bestuur, het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad betrekken bij de besluitvorming. Een advies is zwaarwegend als het een meerderheid heeft binnen de stadsdeelcommissie. Als het dagelijks bestuur af wil wijken van de adviezen, zal zij dit gemotiveerd doen. Als het advies niet wordt gevolgd zonder gemotiveerd af te wijken, of als het dagelijks bestuur onterecht geen advies heeft gevraagd aan de stadsdeelcommissie(s), kunnen de stadsdeelcommissies dit aandragen voor agendering in de raadscommissie. Volgens het huidige college van burgemeester en wethouders vormen de stadsdeelcommissies hiermee een belangrijke schakel in de besluitvorming. Het is echter afwachten hoe het dagelijks bestuur en de gemeenteraad daadwerkelijk om zullen gaan met de adviezen van de stadsdeelcommissies.
Bezwaren
Er is echter ook veel kritiek op het deze wijziging in het bestuurlijk stelsel. Zo zouden de leden van de stadsdeelcommissies wel worden gekozen, maar hebben zij in de praktijk weinig te zeggen omdat zij slechts adviezen kunnen uitbrengen. Op die manier verdwijnt een democratisch gelegitimeerde tegenmacht.
Ook is het de bedoeling dat betrokken buurtbewoners zich verkiesbaar zullen stellen, maar de vrees is dat in de praktijk de gevestigde partijen een grote voorsprong zullen hebben. Het gros van de kiezers zal uiteindelijk voor het gemak toch een stem uitbrengen op de partij die ook voor de verkiezingen van de gemeenteraad op hun stem kan rekenen.
Bovendien zal vanaf maart 2018 zal alle macht weer in de Stopera komen te liggen. De huidige bestuurscommissies hebben nu nog een eigen budget en zij mogen zelfstandig besluiten nemen. De toekomstige stadsdeelcommissies zullen slechts mogen adviseren. De huidige ‘mini-gemeenteraden’ op stadsdeelniveau verdwijnen dus. Bovendien worden de gekozen stadsdeelbestuurders zoals gezegd ingewisseld voor ambtelijke stadsdeelbestuurders.
Conclusie
Ondanks de afgenomen democratische legitimiteit van bestuurders die daadwerkelijk iets te zeggen hebben, zullen we het beste moeten maken van het nieuwe bestuurlijk stelsel. Veel wordt gesproken over de vraag of er wel voldoende draagvlak is om de stadsdeelcommissies te kunnen vullen. Bent u dus een betrokken buurtbewoner en wilt u toch in meer of mindere mate invloed uitoefenen op de beslissingen van de centrale stad? Stel u dan verkiesbaar!
Nicky Loekemeijer is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.