icon

Wetsvoorstel Netherlands Commercial Court

Doordat bedrijven steeds meer op internationaal niveau relaties aangaan, is er in toenemende mate behoefte aan Engelstalige beslechting van complexe, internationale handelsgeschillen. Het Wetsvoorstel inzake de oprichting van de Netherlands Commercial Court (NCC) beoogt hieraan tegemoet te komen. Wij schreven hier al eerder over. Hoewel 1 januari 2017 eerder als startdatum van de NCC werd genoemd, is deze deadline niet gehaald. Het wetsvoorstel is op 18 juli jl. aan de Tweede Kamer aangeboden.

Indien het wetsvoorstel wordt aangenomen, zullen zowel binnen de Amsterdamse rechtbank als binnen het Gerechtshof Amsterdam (“Netherlands Commercial Court of Appeal”: NCCA) bijzondere kamers worden gecreëerd die gespecialiseerd zijn in internationale handelsgeschillen. Van beslissingen van de NCCA zal langs de gewone weg beroep in cassatie openstaan. De cassatieprocedure zal in beginsel echter nog in de Nederlandse taal moeten worden gevoerd.

Naast de behandeling van zaken in het Engels, zal er ook in het Engels uitspraak worden gedaan. De NCC zal niet uitsluitend bemand worden door Amsterdamse rechters en raadsheren. Er zal een landelijke poule worden gevormd van gespecialiseerde rechters, raadsheren en juridisch medewerkers, die voldoende kennis hebben van de Engelse (juridische) taal.

Om te voorzien in een wettelijke basis voor de NCC, bevat het wetsvoorstel wijzigingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De hoofdlijnen van het voorstel zijn als volgt:

  1. Bij procedures voor de NCC wordt de Engelse taal in beginsel als voertaal gebruikt.
  2. Partijen dienen de keuze voor een procedure bij de NCC uitdrukkelijk overeen te komen. In het wetsvoorstel zijn extra waarborgen opgenomen om te voorkomen dat consumenten en kleine ondernemers tegen hun wil worden betrokken bij een procedure voor de NCC
  3. Partijen kunnen zich slechts tot de NCC wenden, wanneer het gaat om zaken die ter vrije bepaling van partijen staan. Deze voorwaarde geldt thans reeds voor het onderwerpen van zaken aan arbitrage, alsook voor de mogelijkheid van partijen om een bewijsovereenkomst te sluiten. De Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel vermeldt dat bij zaken die ter vrije bepaling van partijen staan, met name moet worden gedacht aan zaken van vermogensrechtelijke aard, zoals handelsgeschillen. Faillietverklaring en surseance van betaling bijvoorbeeld, staan niet ter vrije bepaling van partijen.
  4. Kantonzaken kunnen niet worden aangebracht bij de NCC.
  5. De NCC en de NCCA zullen één procesreglement hanteren. De vastgestelde wijze van procederen is toegesneden op de ruimte die het Nederlands burgerlijk procesrecht partijen en de rechtspraak biedt om de procedure nader vorm te geven.

Indien de NCC wordt opgericht, zullen partijen die hier willen procederen rekening moeten houden met een verhoogd griffierecht. De ratio hierachter is dat de NCC extra inspanningen van de rechtspraak vergt, die de regering niet ten laste wenst te laten komen van de reguliere rechtspraak.

De streefdatum voor inwerkingtreding van de wet is 1 januari 2018. Wij houden de ontwikkelingen voor u in de gaten.


Sandrine Piet is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Wetsvoorstel Netherlands Commercial Court

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief