Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In de Ontslagregeling staat het zgn. afspiegelingsbeginsel. Dit beginsel regelt in welke volgorde werknemers voor ontslag in aanmerking komen als er in een organisatie arbeidsplaatsen vervallen wegens bedrijfseconomische redenen.
Het kan voorkomen dat arbeidsovereenkomsten – met inachtneming van de ontslagvolgorde – zijn opgezegd omdat er te weinig werk bij de werkgever voorhanden was, maar uiteindelijk blijkt dat binnen afzienbare tijd dezelfde werkzaamheden toch weer beschikbaar komen. Als deze werkzaamheden binnen 26 weken na de opzegging van de arbeidsovereenkomsten beschikbaar zullen zijn, moet de werkgever het beschikbare werk als eerste aanbieden aan degene die op basis van het afspiegelingsbeginsel als laatste voor ontslag in aanmerking kwam. Dit wordt de wederindiensttredingsvoorwaarde genoemd.
Een werknemer kan de kantonrechter verzoeken de opzegging van zijn arbeidsovereenkomst te vernietigen als zijn (oude) werkgever in strijd heeft gehandeld met de wederindiensttredingsvoorwaarde. Dit verzoek moet binnen twee maanden nadat de werknemer van deze schending op de hoogte was (of redelijkerwijs had kunnen zijn) worden gedaan.
In een zaak die leidde tot een uitspraak van de kantonrechter in Leiden had een apothekersassistente de kantonrechter verzocht de opzegging van haar arbeidsovereenkomst te vernietigen. Haar arbeidsovereenkomst (met een omvang van 24 uur per week) was – tezamen met die van nog negen andere apothekersassistentes – na toestemming van het UWV opgezegd. Er was te weinig werk voorhanden. Binnen 26 weken na de opzegging kwam bij de werkgever echter weer 2,5 uur beschikbaar voor een apothekersassistente. De werkgever had deze werkzaamheden aan een andere ontslagen werknemer aangeboden. De werkneemster stelt dat de werkgever hiermee in strijd heeft gehandeld met de wederindiensttredingsvoorwaarde, omdat zij aanspraak maakte op deze uren. Zij was immers als laatste voor ontslag in aanmerking gekomen en zij zou dus ook als eerste weer in de gelegenheid moeten zijn gesteld haar werkzaamheden voor 2,5 uur per week te hervatten.
Twee maanden na de eerste zitting heeft de werkgever in het kader van schikkingsonderhandelingen de werkneemster alsnog een contract aangeboden voor 5 uur per week. Dit kon de werkgever echter niet baten, omdat de wederindiensttredingsvoorwaarde toen al was geschonden. De kantonrechter heeft dan ook op 3 mei jl. de opzegging van de arbeidsovereenkomst vernietigd. Dit heeft tot gevolg dat de opzegging geacht wordt nooit te hebben plaatsgevonden, de werkneemster voor 24 uur per week in dienst is gebleven en zij dus ook al die tijd recht op loon heeft behouden. Wel dient zij een eventueel betaalde transitievergoeding terug te betalen.
Het niet in acht nemen van de wederindiensttredingsvoorwaarde wordt dus hard gesanctioneerd, ook als het slechts gaat om het niet aanbieden van werk voor 2,5 uur per week. Heel veel anders kon de kantonrechter echter ook niet. De wet biedt de kantonrechter bij een schending van de wederindiensttredingvoorwaarde geen andere mogelijkheid dan de opzegging te vernietigen of een billijke vergoeding toe te wijzen. Het is als werkgever dus goed de wederindiensttredingsvoorwaarde in het achterhoofd te houden, ook als er slechts werk voor een klein aantal uren beschikbaar komt. Voor je het weet, heb je met terugwerkende kracht “weer” een werknemer in dienst, voor meer uur dan binnen het bedrijf beschikbaar is.
Jolien Kraaijvanger is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.