Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Het wordt een terugkerend ritueel: conflicten over (bedrijfs)kleding wanneer het erg warm is. Vier jaar geleden schreef ik over de ludieke actie van Zweedse treinmachinisten die een rok aantrokken naar hun werk – de lang broek van het (zware) uniform was erg warm, het uniform kende geen korte broek, maar wel een rok – en er was geen bepaling die voorschreef dat de rok alleen aan vrouwen was voorbehouden. De actie leidde er toe dat er alsnog een korte broek aan het uniform werd toegevoegd, al gaf de directie daarbij – geestig en sportief – aan dat de mannen ook een rok mochten blijven dragen als ze dat liever deden.
Die actie is nu overgenomen door Franse buschauffeurs die met hetzelfde probleem zitten; ook de kledingvoorschriften aldaar bevatten kennelijk niet de bepaling dat de rok is voorbehouden voor vrouwen. Anders dan de Zweden – die voor zover mij bekend de rok gewoon zijn gaan dragen als alternatief – doen de Franse mannen het (kennelijk) uitdrukkelijk als protest, en voor de duur van een week. Uit de foto’s die op internet circuleren leid ik af dat het daar minder gaat om een uniform dan om een kledingvoorschrift, en dat de lengte van de rokken nogal verschilt.
Het aantal conflicten in Nederland over kleding – en over de korte broek in het bijzonder – is klein. We herinneren ons allemaal uiteraard de lange strijd die Abvakabo heeft gevoerd voor de korte broek voor postbezorgers; nadat in 1999 de eerste procedure daarover werd verloren mochten de bezorgers uiteindelijk toch – en natuurlijk volstrekt terecht – alsnog een korte broek aan. Verdere conflicten over het kledingstuk zijn mij niet bekend (althans: die in de rechtszaal worden uitgevochten). En voor wie zich afvraagt hoe het in Nederland zit met kledingvoorschriften: de werkgever mag die voorschriften uiteraard stellen, maar ze moeten vervolgens wel redelijk zijn, zoals werd ondervonden door een werkgever die een vrouwelijke werknemer juist weer wilde beletten een rok te dragen. Voor wat betreft de vraag of het voor mannen raadzaam is korte broeken te dragen (en zo ja: hoe) kunnen we gelukkig ook goed terecht. Het is mooi dat wij Nederlanders ook in dit uitzonderlijk warme weer over dit onderwerp kennelijk ons hoofd meestal koel weten te houden.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.