Praktijkgebieden: Schaarse rechten
Op 12 april 2017 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State een uitspraak gedaan over de vraag of een bestemmingsplan en een omgevingsvergunning in samenhang als een zogeheten schaarse vergunning in de zin van de Dienstenrichtlijn kunnen worden aangemerkt.
In het onderhavige geval gaat het om de herontwikkeling van een bedrijfspand voor perifere detailhandel in het zogeheten" home & living"-segment op het bedrijventerrein Ekkersrijt te Son. Ten behoeve van deze herontwikkeling is middels een coördinatieregeling het bestemmingsplan "Ekkersrijt; Home & Living Centre" vastgesteld en een omgevingsvergunning voor onder andere de activiteiten bouwen en kappen. Neddex is eigenaar van bedrijfspanden in de directe nabijheid van het plangebied die worden verhuurd aan winkeliers en horecaondernemers. Zij kan zich niet verenigen met de in de besluiten voorziene ontwikkeling, die betrekking heeft op dezelfde branches voor wonen en horeca in het verzorgingsgebied als waarin zij actief is. Neddex stelt daarom beroep in tegen het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning.
De besluiten zijn volgens Neddex in samenhang te beschouwen als een zogeheten schaarse vergunning in de zin van artikel 11, lid 1, aanhef en onder b, van de Dienstenrichtlijn, omdat het aantal beschikbare bestemmingen en vergunningen voor nieuwe winkelruimte op Ekkersrijt en in de regio beperkt is.
Als er sprake is van een schaarse vergunning dan heeft dat onder andere gevolgen voor de duur van de vergunning (namelijk bepaalde tijd) en de wijze waarop de vergunning verleend moet worden. Zie onder andere de blog van mijn kantoorgenoot.
De Afdeling is het niet met Neddex eens. Zonder in te gaan op de vraag of detailhandel wel is aan te merken als een dienst in de zin van de Dienstenrichtlijn gaat zij direct over op de vraag of er überhaupt wel sprake is van een schaarse vergunning:
“Daargelaten de vragen of detailhandel een dienst is in de zin van de Dienstenrichtlijn en of de bestreden besluiten zijn aan te merken als een vergunningstelsel in de zin van deze richtlijn, bevatten deze besluiten in ieder geval geen beperking van beschikbare vergunningen als bedoeld in artikel 33, eerste lid, aanhef en onder b, van de Dienstenwet. Dat, naar Neddex stelt, het huidige aantal beschikbare bestemmingen en vergunningen voor nieuwe winkelruimte op Ekkersrijt en in de regio beperkt is, is, wat daar ook van zij, geen gevolg van deze besluiten. Ook de omstandigheid dat de in deze besluiten toegelaten mogelijkheden voor detailhandel slechts enkelvoudig kunnen worden benut betekent, wat daar ook van zij, niet dat daarmee beschikbare vergunningen worden beperkt. Van zogeheten schaarse vergunningen is reeds daarom geen sprake.”
De gemeenteraad heeft zich volgens de Afdeling dus terecht op het standpunt gesteld dat met de bestreden besluiten geen sprake is van een beperking van het aantal beschikbare vergunningen zoals bedoeld in artikel 33 van de Dienstenwet. Kortom, er is geen sprake van schaarse vergunningen en de vergunning(verlening) hoeft daarom ook niet te voldoen aan de eisen die voor dergelijke vergunningen gelden.
Bob van de Boom is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied schaarste rechten.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.