Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Artikel 3:84 lid 2 BW schrijft voor dat een goed bij de titel met voldoende bepaaldheid omschreven dient te zijn. De schending van dit zogenaamde bepaaldheidsvereiste staat een rechtsgeldige overdracht in de weg. In de literatuur wordt aangenomen dat levering dan niet kan geschieden. De wet stelt echter dat bij de titel voldoende bepaaldheid aanwezig dient te zijn.
In het recente vonnis van de Rechtbank Limburg van 12 april 2017 staat het bepaaldheidsvereiste centraal, al wordt dit door de rechtbank niet als zodanig genoemd. Het vonnis is een voorbeeld van de betekenis van het bepaaldheidsvereiste bij levering van goederen.
De zaak gaat over een verkochte unisol deck vloer aan een VOF. Deze VOF, inclusief de vloer, wordt ingebracht in twee BV’s. Eén van de BV’s, Holding BV, activeert de vloer op haar balans. De andere BV, Klimaattechniek BV, doet dit niet. Een verwijzing naar de vloer op de aktes ter inbreng van de activa en passiva in de BV’s ontbreekt echter. Holding BV vordert bij de rechtbank de revindicatie van de vloer van Klimaattechniek BV die deze heeft meegenomen.
De revindicatie-vordering slaagt niet. Holding BV kan immers niet bewijzen dat zij eigenaar is geworden van de vloer. Weliswaar is de vloer terug te vinden op haar balans, maar bij de inbreng in Holding BV is slechts een deel van de VOF overgegaan. Belangrijk is zo’n geval is dat bij levering voldoende bepaald wordt door partijen welk deel precies overgaat. Een verwijzing naar de vloer in de inbrengakte van Holding BV is daarom onontbeerlijk.
Een verwijzing in de inbrengakte naar de vloer was mijns inziens niet vereist geweest, indien de gehele VOF werd ingebracht. Uit de administratie van de VOF blijkt dan voor partijen wat geleverd is.
Aanbevelingswaardig is om bij inbreng in een BV altijd een lijst met ingebrachte zaken op te maken. Ingeval van inbreng van een gehele VOF in een BV bevestigt deze lijst wat er in de administratie van de VOF staat. Bij inbreng van een deel van een VOF wordt daardoor voldaan aan het bepaaldheidsvereiste en is de overdracht rechtsgeldig.
Adiba Bouichi is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.