Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 21 april 2017 bepaald dat ook kerkgenootschappen gebruik kunnen maken van de omzettingsregeling in artikel 2:18 BW. Het arrest van de Hoge Raad is baanbrekend. De Hoge Raad baseert zijn oordeel op de vrijheid van organisatie. Bij deze vrijheid past dat kerkgenootschappen kunnen kiezen voor een andere rechtsvorm.
Vrijheid van organisatie
Ondernemingen hebben behoefte aan de mogelijkheid tot verandering van hun rechtsvorm. Omstandigheden kunnen ertoe leiden dat een andere opzet van de organisatie wenselijk is. Beurs-NV’s veranderen in coöperaties, personenvennootschappen worden BV’s, BV’s worden NV’s. Of kerkgenootschappen worden verenigen of stichtingen.
Een wet waarin de vrijheid van organisatie voor alle rechtsvormen is geregeld, ontbreekt in Nederland. Het recht omtrent de vrijheid van organisatie is neergelegd in enkele nationale en Europese bepalingen en in de jurisprudentie van het HvJ over de vrijheid van vestiging.
De vrijheid van organisatie is niet beperkt tot de juridische splitsing, fusie en overdracht. De Hoge Raad oordeelt in dit arrest dat die vrijheid ook geldt voor de omzetting.
Arrest
De heersende leer is dat kerkgenootschappen op grond van artikel 2:2 lid 2 BW zich niet kunnen laten omzetten in een andere rechtsvorm. Het arrest van de Hoge Raad maakt aan die leer een einde. De Hoge Raad legt de genoemde bepaling restrictief uit. Volgens de Hoge Raad is in artikel 2:2 lid 2 BW enkel bepaald dat de algemene titel van Boek 2 BW niet van toepassing is indien het statuut van een kerkgenootschap en de aard van de onderlinge verhoudingen zich hiermee niet verenigen. Maar indien die onverenigbaarheid er niet is, kan een kerkgenootschap zich omzetten in een andere rechtsvorm.
Adiba Bouichi is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.