Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Het digitale tijdperk breekt aan in het bestuursprocesrecht. Burgers en de advocatuur kunnen al via het digitale loket rechtspraak vrijwillig digitaal beroep instellen bij de rechtbanken. Voor asiel- en bewaringszaken wordt dit vanaf 12 juni 2017 verplicht gesteld. Voor de overige bestuursrechtzaken zal die verplichting in 2018 gaan gelden.
De afgelopen periode is er reeds ervaring opgedaan met het digitaal procederen. Uit de jurisprudentie blijkt dat het werken in en met het digitale systeem niet altijd van een leien dakje gaat.
Bij het uploaden van stukken in het digitale systeem kan het wel eens misgaan. Als na het indienen van de gronden een melding “uw document(en) is/zijn toegevoegd aan het dossier” verschijnt en een foutmelding uitblijft, maar de ontvangst wordt niet bevestigd en de gronden zijn daarna niet meer zichtbaar in het systeem, ga er dan vanuit dat de stukken niet in het digitale systeem zijn aangekomen. In deze situatie overwoog de Afdeling dat van de rechtzoekende niet kon worden gevraagd van de melding een schermafdruk te maken en ontving hem alsnog in het beroep (ABRS 31 maart 2017 ECLI:NL:RVS:2017:888).
Als de rechtbank zelf stukken in het systeem upload, dan wordt er automatisch een notificatie per e-mail buiten het digitale dossier om verzonden. Het is zaak dat deze e-mails in de mailbox terechtkomen, en niet in een spamfilter of in een archief-box van het e-mailprogramma. Als daardoor een termijn wordt overschreden en er blijkt geen storing te zijn geweest (en het blijkt dat gemachtigde vaak heeft ingelogd op het systeem) dan overweegt de rechtbank Den Haag in zo’n geval dat het de eigen verantwoordelijkheid is en blijft om zelf de termijnen te bewaken en het digitale dossier daarop te raadplegen. In dat geval had gemachtigde wel middels een schermafdruk moeten aantonen dat de stukken niet zichtbaar zijn geweest. De rechtbank verklaart de rechtzoekende dan ook niet-ontvankelijk (Rb Den Haag 8 februari 2017 ECLI:NL:RBDHA:2017:1160).
Beide uitspraken laten de casuïstiek zien, dat het digitaal procederen een bepaalde gewenning met zich meebrengt. Het is daarom raadzaam in het begin extra waakzaam te zijn en goed te blijven checken of mails niet in de spamfilter terechtkomen. Het devies is om vaak in te loggen op het digitale systeem en bij twijfel printscreens te maken zodat daar later altijd nog op kan worden teruggevallen.
Meer weten over digitaal procederen?In samenwerking met Berghauser Pont Acadamy organiseert Wieringa Advocaten op donderdag 15 juni a.s. de cursus “KEI 2018 – Digitaal procederen in het bestuursrecht”. In deze cursus wordt u geïnformeerd over de belangrijkste wijzigingen die de digitalisering van de bestuursrechtspraak met zich meebrengt, zodat u voorbereid bent op de overgang naar digitaal procederen. Hiertoe zullen de belangrijkste wetswijzigingen worden behandeld en zal worden besproken hoe de veranderingen kunnen doorwerken in uw bestuursrechtelijke (proces)praktijk. Aanmelden of meer informatie? Zie: Berghauser Pont Acadamy.
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.