Praktijkgebieden: Conflictoplossing
Het uitgangspunt is dat de rechtbank bevoegd is om een geschil in eerste aanleg te beslechten. Partijen kunnen echter ook – zowel voordat als nadat sprake is van een geschil – afspreken dat het geschil niet aan de burgerlijke rechter zal worden voorgelegd, maar aan een scheidsgerecht dat bestaat uit één of meerdere arbiters. De rol daarvan komt in grote mate overeen met die van een rechtbank, maar er zijn ook belangrijke verschillen. Zo is een arbitrale procedure in de regel duurder voor partijen. Daar staat wel tegenover dat er in potentie ook veel voordelen zijn te behalen. Een aantal voorbeelden daarvan zijn dat eenvoudig geheimhouding kan worden afgesproken, dat tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis in sommige gevallen eenvoudig(er) is, maar zeker ook dat partijen kunnen kiezen voor gespecialiseerde arbiters die verstand van zaken hebben met betrekking tot de inhoud van het geschil.
Maar waar gehakt wordt, vallen spaanders; soms gaat er in een arbitrale procedure iets mis. En in sommige van die gevallen stelt de benadeelde partij de arbiter die de fout heeft begaan aansprakelijk voor alle schade die zij daardoor lijdt. Dat kan nogal omvangrijk zijn als naderhand blijkt dat de gehele arbitrale procedure voor niets is gevoerd.
De Hoge Raad oordeelde in 2009 dat arbiters voor de nadelige gevolgen van een vernietigde beslissing slechts persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld indien zij met betrekking tot die beslissing opzettelijk of bewust roekeloos hebben gehandeld, of een behoorlijke taakvervulling kennelijk grof hebben miskend. Een hoge maatstaf, dus, waaraan niet snel zal zijn voldaan.
In dit geval had de voorzitter van het scheidsgerecht nagelaten erop toe te zien dat het arbitraal vonnis werd ondertekend door alle drie de arbiters (een vereiste dat letterlijk in de wet staat, zie art. 1057 lid 2 Rv), waarna het vonnis door de civiele rechter werd vernietigd. Alle moeite voor niets, dus. Daarop stelde de benadeelde partij de arbiter in persoon aansprakelijk. Zowel de rechtbank als het gerechtshof achtte de arbiter niet aansprakelijk; kort gezegd omdat zij overwogen dat aan de hiervoor genoemde maatstaf voor aansprakelijkheid niet is voldaan indien ‘door welke omstandigheden dan ook’ de handtekeningen van twee arbiters onder het vonnis ontbreken. Het gebrek was volgens de rechtbank en het gerechtshof dus onvoldoende zwaarwegend om aansprakelijkheid van de arbiter te rechtvaardigen.
De Hoge Raad kan zich daar echter niet in vinden. De verantwoordelijkheid van de voorzitter van een scheidsgerecht om erop toe te zien dat het voorschrift van art. 1057 lid 2 Rv wordt nageleefd moet, mede gelet op de ernstige gevolgen van niet-inachtneming van dat voorschrift, worden aangemerkt als een wezenlijk onderdeel van diens taak, aldus de Hoge Raad. Een arbiter wordt geacht dit voorschrift te kennen. Met die overweging in het achterhoofd kon het gerechtshof niet volstaan met de motivering dat aan de maatstaf voor aansprakelijkheid niet is voldaan indien door welke omstandigheden dan ook de handtekeningen van twee arbiters onder het vonnis ontbraken. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof en verwijst de zaak door. De arbiter zal dus nog even op hete kolen moeten zitten.
Alexander op het Hoog is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied conflictoplossing / Procesrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.